Hoger beroep Malek F. houdt slachtoffer al maanden bezig
Angst bepaalt nog steeds het leven van Fazal Amin. Bijna drie jaar geleden werd hij een van de slachtoffers van Malek F. Maandag begint het hoger beroep tegen de Syriër, die op Bevrijdingsdag 2018 drie mensen neerstak bij de Haagse Hogeschool. Amin hoopt op een hoge celstraf voor F., maar twijfelt of dat gaat lukken.
Amin herinnert zich dat de zon scheen toen hij op het Johanna Westerdijkplein vanuit het niets werd aangevallen. Malek F. stak hem in zijn nek en in zijn hand. Ook liep hij een schedelbreuk op. Sindsdien lijdt Amin aan PTSS en is hij volledig afgekeurd. Zijn baan als ict'er raakte hij kwijt. De afgelopen drie jaar is hij bezig met herstellen.
Na de rechtszaak, waarin F. tbs met dwangverpleging kreeg opgelegd omdat hij volgens de rechtbank volledig ontoerekeningsvatbaar was, bleef Amin zitten met een onbevredigd gevoel. Hij gelooft niet dat F. handelde onder druk van zijn psychose en hij vindt dat de Syriër celstraf verdient. "Hij heeft gekozen voor een daad zodat hij naar het paradijs mag, zijn doel was duidelijk", vertelt hij aan Omroep West.
'Belangrijk dat ik gehoord word'
Het hoger beroep houdt Amin al maanden bezig. Sinds januari heeft hij een terugval. "Ik doe niks meer." Hij komt alleen nog buiten als het echt nodig is. Amin wil het liefst weer werken en zijn gezin onderhouden. "Het voelt alsof ik al die jaren voor niks heb gewerkt. Iemand anders heeft nu mijn functie, dat heb ik allemaal gemist door Malek F."
Voor de zaak worden drie dagen uitgetrokken. Op woensdag zal iemand van slachtofferhulp Amins verklaring voorlezen. Amin kan er zelf niet bij zijn, zijn gezondheid laat het niet toe. "Ik ben een slachtoffer, nu heb ik recht om te praten. Het is belangrijk dat ik gehoord word. Het werkt helend. Het is therapeutisch." Ook zijn vrouw zal een verklaring voorlezen. Zij wil dat F. weet wat zijn daad met haar gedaan heeft.
Soms is hij moedeloos, maar Amin is strijdbaar als het over het hoger beroep gaat. "Als het over onrecht gaat, dan word ik vlambaar", zegt hij. "Ik vind gewoon dat als je drie keer een poging tot moord hebt gepleegd, dan moet je de cel in." Amin houdt er rekening mee dat hij er ook tijdens het hoger beroep niet achter gaat komen waarom nou juist hij werd gestoken. "Ik moet dat accepteren. Het zal me de rest van mijn leven achtervolgen."