OM eist cel tegen luizenbestrijders in fipronilzaak: 'Ongekend grote zaak'
De twee eigenaren van de bedrijven die de spil waren in de fipronilcrisis in 2017, gaan als het aan justitie ligt de cel in. Het Openbaar Ministerie eiste in de rechtbank in Zwolle tegen beide mannen twee jaar gevangenisstraf, waarvan een half jaar voorwaardelijk.
Martin van de B. uit Barneveld en Mathijs IJ. uit Nederhemert waren de eigenaar van Chickfriend en zusterbedrijf Chickclean. Die bedrijven ontsmetten stallen en maakten daarbij gebruik van de verboden stof fipronil, tegen bloedluis. Het middel kwam in honderden pluimveestallen terecht en daardoor ook in eieren, mest en kippen.
De twee hebben volgens het Openbaar Ministerie de volksgezondheid in gevaar gebracht. "Een enorme fraude in de voedselindustrie, een ongekend grote zaak", aldus een van de officieren van justitie. "De mannen bedienden zich van list en bedrog, met als enig doel te cashen."
Miljoenen kippen en eieren vernietigd
In de zomer van 2017 kwam het schandaal aan het licht. De overheid blokkeerde 180 pluimveebedrijven en miljoenen eieren en kippen moesten worden vernietigd.
De twee verdachten herhaalden bij de rechter dat ze niet wisten wat er precies in het bestrijdingsmiddel zat. Het OM gelooft dat niet en zegt dat uit onder meer facturen, WhatsAppberichten en computeronderzoek blijkt dat de mannen wel degelijk op de hoogte waren van de aanwezigheid van de verboden stof.
De officieren van justitie spraken harde woorden over de houding van de mannen en rekenen het de twee zwaar aan dat ze in hun ogen het onderzoek tegenwerkten, bewijsmateriaal wegmoffelden en geen berouw hebben getoond.
Het OM eiste ook boetes van in totaal 50.000 euro. Ook wil justitie dat beide mannen drie jaar lang niet in de agrarische sector met bestrijdingsmiddelen werken. De schade voor de pluimveesector door het schandaal wordt geschat op 100 tot 150 miljoen euro.
Morgen komt de verdediging aan het woord. De uitspraak wordt volgende maand verwacht.
Eigenaren moeten betalen
Vorig jaar oordeelde de rechtbank dat de bedrijven een schadevergoeding aan kippenboeren moeten betalen omdat ze wisten dat de verboden stof in hun bestrijdingsmiddel zat.
De kippenboeren kregen ongelijk bij een zaak die ze hadden aangespannen tegen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De sector stelde dat de toezichthouder in gebreke is gebleven omdat die te laat waarschuwde voor Chickfriend. Maar vorige week bekrachtigde het hof een uitspraak van de rechtbank dat de Staat niet onrechtmatig of verkeerd heeft gehandeld.