Luizenbestrijders wisten dat ze fipronil verkochten en moeten schade betalen
De bedrijven Chickfriend en Chickclean wisten dat de verboden stof fipronil in hun bestrijdingsmiddel zat, maar toch hebben ze het middel verkocht. Ze moeten daarom een schadevergoeding aan kippenboeren betalen, heeft de rechtbank in Arnhem bepaald.
In juli 2017 werd fipronil gevonden in eieren. De stof was door het bedrijf Chickfriend en het zusterbedrijf Chickclean gebruikt in een bestrijdingsmiddel tegen bloedluis en verspreid in honderden stallen.
Na de ontdekking moesten miljoenen kippen worden geruimd. Ook werden miljoenen eieren vernietigd en kwam de verkoop ervan stil te liggen. De schade voor de pluimveehouderij liep in de tientallen miljoenen euro's.
Schadevergoeding nog vaststellen
Ongeveer 120 pluimveehouders hadden een schadevergoeding geëist van Chickfriend en Chickclean en hun eigenaren.
De rechtbank zegt dat er nu genoeg bewijs is dat de twee bedrijven wisten dat ze fout handelden en daarom moeten ze de boeren een schadevergoeding betalen. De hoogte van die vergoeding wordt in een andere procedure vastgesteld.
Chickfriend en Chickclean hadden op hun beurt de Nederlandse Staat aansprakelijk gesteld, omdat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onvoldoende toezicht zou hebben gehouden op het verbod op fipronilgebruik. Maar de rechtbank wijst hun vordering af, omdat zij opzettelijk een illegaal middel aan kippenboeren hebben verkocht.
De rechtbank in Den Haag bepaalde al eerder dat de NVWA niet heeft gefaald in de fipronilcrisis.