Politieke partijen willen meer huizen bouwen, maar waar?
Als politieke partijen het érgens over eens zijn, is dat er meer huizen in Nederland moeten worden gebouwd. Tegelijkertijd hebben we ruimte nodig voor bedrijven, landbouw en natuur. Waar moeten die nieuwe huizen komen te staan?
De laatste keer dat er in korte tijd hele woonwijken uit de grond zijn gestampt, is tussen 1995 en 2005. In tien jaar werden ruim 680.000 woningen gebouwd, vooral op zogeheten vinex-locaties. Hier wonen vooral gezinnen met kinderen.
Wat de invloed van deze periode op Nederland is, zie je in deze slider. Klik op het rode bolletje en sleep hem naar links en rechts:
Die vinex-plannen zijn gemaakt door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. In 2010 werd dat ministerie opgeheven en kwam het woningbeleid onder het ministerie van Binnenlandse Zaken te vallen. Het was de bedoeling dat vooral provincies en gemeentes zich voortaan bezighielden met huizenbouw.
Omdat het tekort aan huizen opliep, besloot het ministerie van Binnenlandse Zaken de afgelopen jaren toch weer meer vanaf bovenaf te sturen. Via zogeheten woondeals en woningbouwimpulsen zijn afspraken gemaakt om snel meer huizen te bouwen op allerlei plekken in Nederland.
Maar dat dat ten koste van natuur kan gaan, valt niet bij iedereen goed. Zoals in de gemeente Duiven, dat deel uitmaakt van de woondeal Arnhem-Nijmegen. In de gemeente moeten de komende 20 jaar zo'n 600 tot 800 woningen worden gebouwd. In het binnengebied is daarvoor niet genoeg ruimte. Dus wordt nu ook gekeken naar drie mogelijke uitbreidingslocaties.
Het gaat om de locaties Ploen-Noord, Plakse Weide en Biezenkampen, die aan de rand van Duiven liggen:
Bewoners die bij de Biezenkampen wonen, zijn niet blij dat de gemeente deze locatie op het oog heeft. Als daar huizen komen, verdwijnt hun zicht op groen. "Mensen genieten hier van de natuur", zegt Gladys Schellart namens de bewonersgroep. "Daarnaast vernietigen ze dan de historische structuur. De dorpskernen Groessen en Loo zijn nu nog twee lossen dorpskernen met een eigen identiteit en moeten dat blijven."
De bewoners vinden dat de gemeente eerst naar de twee andere locaties moet kijken, omdat de Biezenkampen nooit als woongebied is aangewezen. Maar dat houdt volgens wethouder Johannes Goossen weer een risico in. "Die andere locaties zijn in handen van projectontwikkelaars en het is lastig om daar als gemeente regie op te houden. De huizen moeten snel gebouwd worden en betaalbaar zijn. De vraag is of dat dan lukt."
Binnen of buiten de stad?
"De vraag waar we gaan bouwen is een van de belangrijkste kwesties van de woningmarkt", vindt Taco van Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw. "De kernvraag is of we moeten bouwen in de groene ruimte. De politiek wil nu nog dat we vooral bouwen in binnensteden, maar dat is moeilijk. Er wonen veel mensen, dus er wordt vaak bezwaar gemaakt tegen plannen. Want het gaan ten koste van iemands uitzicht en het levert overlast op."
Politieke partijen zijn verdeeld over de kwestie. De Partij voor de Dieren en D66 hebben bijvoorbeeld een sterke voorkeur voor bouwen binnen de bebouwde kom. De VVD en PVV willen daarvoor juist buiten de gemeentegrenzen kijken. Het CDA ziet het zelfs als optie om een complete stad uit de grond te stampen.
Locaties buiten de stad zijn volgens Van Hoek makkelijker te realiseren. "Het gaat dan niet om natuur- en duingebieden, maar bijvoorbeeld weiland of landbouwgebieden. Zeker als je dit kleinschalig doet, hoeft het niet veel ruimte in te nemen." Deze visie stuit weer op verzet bij Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO). Boeren en tuinders zijn juist tegen het verdwijnen van nog meer landbouwgrond, omdat zij dan in de knel komen.
Waar kunnen we nog bouwen? Op deze kaarten zie je waar al huizen staan, en waar plek wordt ingenomen door land- en tuinbouw, natuur, en industrie:
Of in Duiven snel de eerste palen de grond in kunnen, is nog maar de vraag. De gemeente heeft tot 1 juli dit jaar de tijd om de grond bij Biezenkampen aan te kopen. Mocht dat gebeuren, dan zijn de buurtbewoners van plan om naar de rechter te stappen. Dat zou nog meer vertraging in het proces betekenen.
Wethouder Johannes Goossen is er gelaten onder. "Iedereen heeft het recht om te procederen, want we leven in een democratie. Processen rond participatie kosten nu eenmaal tijd en draagvlak is belangrijk. Wat ons als gemeente vooral zou helpen? Een zak met geld. Zo kunnen we vooraf meer onderzoek doen en voorbereidingen treffen en is er meer draagvlak. Ook zouden we daarmee goedkopere woningen kunnen afdwingen."