Israël beschuldigt Iran van 'ecologische terreur' na olielek
Israël houdt Iran verantwoordelijk voor het recente olielek, waardoor grote hoeveelheden teer op de Israëlische stranden terechtkwamen. De Israëlische minister van Milieu sprak vandaag van "ecologische terreur".
"Iran maakt zich schuldig aan terreur door het milieu te beschadigen", zei minister Gila Gamliel. Volgens haar was er sprake van piraterij; de tanker die de olie vervoerde zou in handen zijn van een Libisch bedrijf, dat uit Iran afkomstige olie naar Syrië smokkelde. De olie zou onderweg gedumpt zijn, op ongeveer 70 kilometer afstand van de Israëlische kust. Volgens Israël gaat het om een van de grootste ecologische rampen in de geschiedenis van het land.
De tanker voer onder meer door Israëlische wateren zonder radiocontact te maken, zei Gamliel. Het volgsysteem was volgens haar bewust uitgeschakeld. De minister droeg verder geen bewijs aan voor de beschuldigingen.
Toch mogelijk ongeluk
"Het doel was smokkel van Iran naar Syrië. We gaan er niet van uit dat er een ander doel was", zei Rani Amir, een functionaris die in opdracht van de autoriteiten onderzoek doet naar de ramp. De onderzoeker houdt overigens wel verschillende opties open; volgens Amir kan het om zowel een ongeluk als bewuste dumping gaan.
De olie zou tussen 1 en 2 februari in zee gelekt zijn. Na het lek sloot Israël alle stranden aan de Middellandse Zee af. Veel dieren raakten besmeurd met de teer en de opruiming van de resten zou jaren kunnen duren. Iran, aartsvijand van Israël, heeft nog niet op de beschuldigingen gereageerd.
Het is overigens de tweede keer in korte tijd dat Israël Iran beschuldigt van een incident op zee. Volgens premier Netanyahu zat het land ook achter een recente aanval op een Israëlisch vrachtschip in de Golf van Oman.