De toename van het aantal fastfoodrestaurants moet stoppen. Dat schrijven wethouders van de vier grote steden en de gemeente Ede vandaag in een brandbrief aan staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
De gemeenten willen voorkomen dat fastfoodrestaurants de gaten vullen als panden door de coronacrisis vrijkomen. "Ik vrees dat veel horecaondernemers het niet gaan redden", zegt de Amsterdamse wethouder Simone Kukenheim. "Als die panden worden overgenomen door grote ketens, dan hebben we echt wel een probleem."
De wethouders van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Ede willen daarom van Blokhuis wettelijke instrumenten om nieuwe vestigingen te kunnen verbieden. Nu hebben ze die mogelijkheid nog niet. "We zijn overgeleverd aan de goodwill van bedrijven", zegt Leon Meijer, wethouder in Ede. De gemeente kan over de vestiging alleen overleggen met een bedrijf.
Snelle toename vestigingen
De afgelopen jaren groeiden fastfoodketens in Nederland gestaag. Van 2013 tot 2018 nam het aantal vestigingen toe van 364 naar 422. Vooral in de grote steden groeide het aanbod fors. Utrecht had bijna een verdubbeling, Amsterdam telde in 2018 met 52 vestigingen de meeste fastfoodsrestaurants, gevolgd door Rotterdam (36) en Den Haag (20).
Daarnaast worden steden overspoeld door een groeiend aantal andere aanbieders van ongezond voedsel, zoals snackbars en ijswinkels. De wethouders willen dit aanbod terugdringen, zeker in de buurt van scholen.
"We willen ondernemers die hier al veertig jaar een leuk tentje draaien, niet weg hebben", zegt Kukenheim. "Waar het om gaat is dat in de omgeving van scholen een wildgroei aan fastfoodrestaurants niet gezond is."
"Bijna 20 procent van de jeugd en de helft van de volwassenen heeft overgewicht, een risico voor diabetes en hart- en vaatziekten. Je hoeft maar naar de pandemie te kijken om te zien dat je extra kwetsbaar bent met die ziektes."
Meijer: "We hebben met elkaar afgesproken: geen coffeeshop in de omgeving van middelbare scholen. Maar dat is niet het enige ongezonde dat jongeren tot zich nemen."
Gemeenten kunnen (nog) niks
Gemeenten voeren al jaren een kansloze strijd tegen fastfood. Ze hebben geen juridische instrumenten om op te treden, blijkt uit een rapport van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Volgens de UvA-onderzoekers loopt de wet hopeloos achter op de wetenschappelijke kennis over voedsel en gezondheid. Zo weten we dat een zogeheten 'obesogene' omgeving een van de belangrijke oorzaken is van de toename in overgewicht en obesitas.
"Als mensen gebombardeerd worden met snackbars en fastfoodketens, dan is het heel moeilijk om gezonde keuzes te maken", zegt UvA-onderzoeker gezondheidsrecht Anniek de Ruijter. "Er zijn gebieden waar voorheen 20 procent ongezond voedselaanbod was, en nu 80 procent."
Wesley van Kooten deed mee aan het programma Obese. Hij wordt dagelijks geconfronteerd met verleidingen op straat:
In Nederland zitten binnen vijf minuten lopen van middelbare scholen gemiddeld dertig voedselaanbieders. Toch is er weinig gedaan aan wet- en regelgeving rond gezondheidspreventie. Dat terwijl de leefomgeving wél gereguleerd wordt als het bijvoorbeeld gaat om stank- of geluidsoverlast.
De Ruijter: "Dat zijn dingen waar je als burger niet voor kunt kiezen. In de voedselomgeving hebben we in de regelgeving nog altijd het standpunt: je kan zelf kiezen om patat te kopen. Maar uit de wetenschap blijkt dat die keuze veel moeilijker is dan gedacht. Als je continu langs voedselaanbod loopt dat ongezond is, is het moeilijk om gezonde keuzes te maken."
Bij de formatie op tafel
Er zijn wel overheidscampagnes en voorlichting, maar tegenover elke euro die daaraan wordt uitgegeven, wordt zo'n 2000 euro besteed aan reclame over ongezond eten. Gemeenten hebben te weinig marketingbudget om op te boksen tegen marketing van grote bedrijven.
De gemeenten pleiten daarom voor een aanpassing in de Omgevingswet, de nieuwe wet die regels bundelt rond zaken zoals vergunningsaanvragen, huizen bouwen en bedrijven starten. Ze willen meer te zeggen krijgen over wie lege panden mag huren. "We willen dat dit straks bij de formatie op tafel komt", zegt Meijer.
Kukenheim: "Preventie is het grootste ondergeschoven kindje van de Nederlandse gezondheidszorg. Het beprijzen van ongezonde voeding of zorgen dat ongezonde zaken niet overal mogen groeien, dat is echt iets waar de politiek iets aan zou moeten doen."