Nederlandse baanwielrenners in bubbel op weg naar belangrijke bike-off
Met een allesbepalende bike-off in het verschiet hebben de baanwielrenners Roy van den Berg, Nils van 't Hoenderdaal en Theo Bos zich sinds donderdag afgesloten van de buitenwereld. De drie sprinters strijden op 28 januari met elkaar om de laatste plek in de Nederlandse teamsprintploeg voor de Olympische Spelen van komende zomer.
"Als je corona krijgt, dan houdt het op", verklaart Bos de bubbel. "Want de wedstrijd gaat gewoon door." Ze zitten in een hotel aan de rand van Apeldoorn en trainen in het nabijgelegen Omnisport. "We gaan met onze eigen auto van het hotel naar de hal en dan trainen we los van de grote groep", legt Van 't Hoenderdaal uit.
Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland en Matthijs Büchli zijn al verzekerd van een plaats in de olympische teamsprintploeg. Op de baan van het Zwitserse Grenchen wordt over twee weken bepaald wie de resterende plek krijgt: Van den Berg, Van 't Hoenderdaal of Bos.
Volgens bondscoach Hugo Haak is het een logische keuze de renners tegen elkaar te laten strijden op de wielerbaan in Grenchen. "Die baan komt het dichtst in de buurt van de baan in Tokio. Hij is snel, ligt iets op hoogte en dat heb je in Japan ook. Ik denk dat er heel veel raakvlakken zijn."
Van den Berg, Van 't Hoenderdaal en Bos rijden alle drie vanuit een staande start een ronde van 250 meter. Dat doen ze drie keer. De renner die gemiddeld de snelste tijd neerzet, mag over een halfjaar afreizen naar Tokio voor de Olympische Spelen.