Inwoners van verschillende landen in Centraal-Europa ervaren steeds minder vrijheid. De politiek van de Hongaarse premier Viktor Orbán lijkt navolging te vinden, in Polen en ook in Slovenië. Journalisten, advocaten en zelfs rechters voelen zich er niet meer veilig. Eventuele bescherming van de Europese Unie wordt amper gevoeld. Europa-correspondent Saskia Dekkers reisde de afgelopen weken naar verschillende landen in Centraal-Europa en schrok van de angst en intimidatie. Hieronder haar verhaal:
Juridische stalking
Angst kruipt soms langzaam naar binnen. We zijn net klaar na een zware ochtend filmen. Een jonge, moedige advocate laat ons meekijken in haar dagelijkse wereld van niet voor te stellen rechtszaken in Slovenië. Ze skypt, soms bladerend door de uitpuilende, rode dossiers die naast haar liggen.
Haar eerste cliënt is Primo Cirman, een 41-jarige man. Ooit werd hij uitgeroepen tot journalist van het jaar, maar nu zien we dikke wallen onder zijn ogen, en dat komt niet door de slechte skypeverbinding. "Er gaat geen dag voorbij dat ik hier niet aan denk", verzucht hij bitter. Cirman heeft dertien rechtszaken aan zijn broek hangen, hij is aangeklaagd door een vriend van de premier.
Net als twee andere collega's. Ze deden grondig onderzoek naar de buitenlandse financiering van de regeringspartij en dat hebben ze geweten: het journalistencollectief hangt nu 39 rechtszaken boven het hoofd. Juridische stalking, noemen ze dat in Slovenië, ofwel 'iemand kapot procederen'. De onderzoeksjournalist kijkt via het skypescherm moedeloos voor zich uit. "Ze willen ons leegzuigen, professioneel, financieel en emotioneel."
Mensen het zwijgen opleggen
Natuurlijk kwamen we tijdens onze reportages voor Nieuwsuur al eerder bange mensen tegen in Europa. Al dan niet terecht. Maar dit jaar zien we reizend door Centraal-Europa een patroon. Poolse advocaten worden geïntimideerd en gearresteerd. Rechters zijn zwartgemaakt door lastercampagnes waarbij het ministerie van Justitie een rol zou hebben gespeeld. In Hongarije worden kritische burgers om zes uur 's ochtends van hun bed gelicht. In Slovenië zijn journalisten bedreigd.
Angst is er, plotseling. Bij rechters, advocaten en academici, journalisten en gewone burgers. Ze dachten ooit bij de moedige mensen te horen en ineens ontdekken ze dat angst langzaam bezit van hen neemt. Ze vrezen voor hun werk, hun reputatie, hun gezin. De hippe journalist die ons helpt vertalen, vraagt of ik zijn naam niet wil noemen in de Nieuwsuur-reportage. "Je weet wel waarom", zegt hij. In zijn ogen lees ik schaamte. Maar ik begrijp het, voor ons is het makkelijk om moedig te zijn.
De Sloveense advocate herkent het. "Je hebt maar een paar rechtszaken nodig om mensen het zwijgen op te leggen. Vooral tijdens deze covidcrisis zijn mensen bang voor hun baan. Ze denken wel twee keer na voor ze zich uitspreken als ze weten dat een collega is aangeklaagd omdat hij zijn mening gaf."
Rechtsstaat afgebroken
Polen, Hongarije en Slovenië zijn jonge democratieën. De Centraal- en Oost-Europese landen gingen decennia gebukt onder communistische overheersing, met intimidatie en angst. Voor Polen en Hongarije kwam daar de bezetting door Sovjet-troepen bij.
Toen de landen het communistische juk van zich afwierpen, dacht men dat er vrijheid voor in de plaats kwam, vrijheid van rechtsspraak, journalistiek en van meningsuiting. En dat is in veel Centraal-Europese lidstaten ook gebeurd. Maar de afgelopen vijf jaar wordt in sommige landen de rechtsstaat langzaam afgebroken. En angst ligt op de loer, zeker in deze crisistijd.
De 59-jarige Hongaarse landbouwingenieur János Csóka-Szucs roept in een besloten Facebookgroep op tot een klein protest tegen het leeghalen van ziekenhuisbedden. Weken later dringen tien gewapende politieagenten zijn huis binnen en moet hij mee naar het bureau.
Toch durven János en vijf vrouwen van zijn protestgroepje Nieuwsuur te woord te staan. Ze tonen me bewijzen van trollen die hun naam door het slijk halen. Alsof ze hoeren zijn die heulen met de vijand. Een jonge blonde vrouw huilt, ze raakte haar werk kwijt, ze heeft slapeloze nachten. Het zijn tranen van machteloosheid.
Ernstige vormen
In Slovenië wordt journalist Blaz Zgaga bedreigd, nadat hij kritische vragen stelt over de aanpak van de coronacrisis. De regeringsgezinde media halen hem dagelijks door het slijk en hij krijgt anonieme doodsbedreigingen. Zgaga trilt als hij het navertelt: "Soms was het een geluidsfragment: 'klik-klak' een wapen dat geladen werd. En teksten als: 'Onthou dit gezicht op deze foto? Als je hem tegenkomt, sla hem kapot'."
Hij wordt gevolgd op straat en een bevriende veiligheidsexpert bevestigt zijn vermoeden: ook zijn woning is doorzocht. De intimidatie neemt zulke ernstige vormen aan dat op aandringen van buitenlandse media de Eurocommissaris voor Transparantie en Waarden de Sloveense regering belt. Dan stoppen de artikelen en dreigementen van de ene op de andere dag. Zgaga vertelt over de opluchting die dat geeft.
Juridisch speelt er in Slovenië nog meer. Hoogleraar Politicologie Rudi Rizman is aangeklaagd door de partij van de premier. In een televisieshow sprak hij zijn ongerustheid uit over de Sloveense media. "Ik noemde het zorgelijk dat directe en indirecte geldinjecties van het Orbán-regime ons land afhankelijk maken van een buitenlandse machthebber." Nu staat hij volgend jaar terecht.
Doelwit
Onze reportages blijven niet onopgemerkt. In de Hongaarse, regeringsgezinde krant Magyar Nemzet wordt Nieuwsuur in meerdere artikelen zwart gemaakt. We zouden banden hebben met een organisatie van filantroop George Soros. Magyar Nemzet beweert dat een van onze reportages onkundig en partijdig is. We zouden een 'frauduleuze Athina Németh' hebben geïnterviewd, een vrouw die we nooit hebben ontmoet.
We sturen de krant alle bewijzen van ons onderzoek en vragen om rectificatie. We wachten nog steeds op antwoord. Zo worden we doelwit van een propagandamachine. Maar wij kunnen nog ongestoord ons werk doen.
Het is even voor middernacht als de naam van de Sloveense journalist Zgaga weer oplicht op mijn telefoon. We hebben die middag zijn interview opgenomen. Hij klinkt duidelijk overstuur. Zgaga vraagt of ik even op Twitter kijk. En dan zie ik het, een net geopend account met nul volgers en nul berichten. Behalve eentje, net gepost: "Blaz Zgaga zal sterven!!!!"
Intimidatie en angst lijken ons achterna te reizen. "Maar", zegt Zgaga dapper, "ik laat me niet kapot maken."