Kabinet ontkent dat het een verzoek kreeg Black Friday te verbieden
Het kabinet heeft naar eigen zeggen nooit een verzoek gehad om koopjesfestijn Black Friday te verbieden. Een woordvoerder zegt dat het juridisch ook lastig zou zijn, om eraan toe te voegen dat burgemeesters zelf de ruimte en bevoegdheid hebben om in te grijpen.
De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb zei in tv-programma Buitenhof dat de 25 burgemeesters die voorzitter zijn van een veiligheidsregio er de afgelopen tijd bij het kabinet op hebben aangedrongen om Black Friday te verbieden. Het kabinet vond dat niet nodig, zei Aboutaleb. Volgens het kabinet ligt dat dus anders.
Het koopjesfestijn leidt dezer dagen tot grote drukte in winkelstraten. Daardoor is het niet mogelijk om voldoende afstand te houden. Verschillende burgemeesters, onder wie Aboutaleb, besloten daarom om winkels eerder te sluiten of om oproepen te doen niet meer te komen. Ook vandaag gingen de winkels in Rotterdam eerder dicht.
Hubert Bruls, voorzitter van het Veiligheidsberaad, zei eerder vanmiddag ook al dat de situatie genuanceerder ligt dan Aboutaleb die voorstelde. Volgens Bruls, die ook burgemeester van Nijmegen is en bij het gesprek aanwezig was, is met het kabinet over de drukte in de decembermaanden gesproken. "Meerdere opties lagen op tafel tijdens dit overleg. Zo is ook de mogelijkheid om bijvoorbeeld winkels tijdelijk te sluiten genoemd, maar niet als wens van het gezamenlijke Veiligheidsberaad."
Er is niet expliciet door 25 burgemeesters gevraagd om Black Friday te verbieden, wel is aangedrongen op ontmoediging van Black Friday-acties, zegt Bruls. "De lijn was om mensen proberen te ontmoedigen de drukte in de winkelstraten op te zoeken. Het kabinet heeft zelf ook nog overlegd met de detailhandel over de spreiding van de drukte."