NOS Nieuws

Gemiddelde pensioenleeftijd stijgt in 2019 voor het eerst boven de 65

De gemiddelde pensioenleeftijd lag vorig jaar voor het eerst boven de 65, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Werknemers gingen in 2019 gemiddeld met 65,1 jaar met pensioen, 4 maanden later dan mensen die (volgens aangepaste cijfers) in 2018 stopten met werken.

Nog maar een derde van de werkenden ging afgelopen jaar voor hun 65e met pensioen, waar dat in 2006 nog om bijna 90 procent van de werkenden ging.

Aandeel gepensioneerden

De leeftijd waarop mensen met pensioen gaan stijgt doordat de regelgeving met het oog op de stijgende levensverwachting is aangepast.

Zo steeg de AOW-leeftijd vorig jaar naar 66,4 jaar. Gemiddeld stoppen werknemers dus voor het bereiken van die leeftijd.

Het aandeel van de bevolking dat gepensioneerd is blijft onder invloed van de stijging van de pensioenleeftijd sinds een aantal jaren gelijk. Tussen 2001 en 2014 steeg dat aandeel van 15,1 tot 18,3 procent.

Doorwerken

De mensen die in 2019 met pensioen gingen werkten langer door dan 45- tot -65-jarige werkenden nu zeggen van plan te zijn. Dat blijkt uit een enquête die het CBS en TNO hield onder 58.000 mensen. De 45- tot 65-jarigen willen blijven werken tot gemiddeld 64,5 jaar, terwijl deze groep juist later met pensioen zal moeten dan de huidige gepensioneerden.

De helft van de ondervraagden geeft aan wél langer te willen doorwerken, mits ze minder uren of dagen hoeven te werken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl