Biden staat voor, maar hoe betrouwbaar zijn Amerikaanse opiniepeilingen?
Zet deze dagen de Amerikaanse nieuwszenders op en je wordt bedolven onder een tsunami aan cijfers. Wie is aan de winnende hand? Wat zeggen de laatste peilingen? Verkiezingsexperts toveren op magic walls de ene na de andere staat tevoorschijn met bijbehorende peildata. Panels van commentatoren analyseren tot in den treure de dagelijkse stortvloed aan peilingen.
Het wemelt van de onderzoekbureaus die kiezers ondervragen over hun politieke voorkeuren, maar er zijn gigantische verschillen in de kwaliteit van deze peilingen. Hoe kunnen kiezers zich wegwijs maken in deze eindeloze cijferbrij? En in welke mate zijn opiniepeilingen betrouwbaar? De heersende opvatting is dat de opiniepeilingen er in 2016 flink naast zaten. De meesten wezen immers op een verkiezingsoverwinning voor Hillary Clinton, maar tot ieders verrassing won Donald Trump.
In werkelijkheid is het beeld over 2016 een stuk genuanceerder. Laten we allereerst een verschil maken tussen twee soorten peilingen: je hebt landelijke peilingen en peilingen in de afzonderlijke staten. Landelijke peilingen geven alleen een indicatie over de zogeheten popular vote: wie haalt de meeste stemmen in het hele land? Omdat er grote verschillen zijn tussen landelijke peilingen, gebruiken we bij de NOS steevast het gemiddelde van die peilingen. De twee belangrijkste bronnen hiervoor zijn Real Clear Politics en de FiveThirtyEight.
Biden staat voor
Beiden gebruiken afwijkende modellen voor hun berekeningen, maar hun trends wijzen bijna altijd dezelfde kant uit. De landelijke peilingen zijn dit jaar wonderbaarlijk stabiel gebleken. Ondanks een pandemie, een fikse economische crisis en grote sociale onrust zijn er dit jaar nauwelijks grote verschuivingen geweest. Joe Biden staat al geruime tijd voor en zijn voorsprong schommelt al maanden tussen de 6 en 10 procentpunten.
Het stabiele beeld in 2020 is een van de grootste verschillen met 2016. Hillary Clinton lag weliswaar vaak voor in de landelijke peilingen, maar de verschillen tussen haar en Trump waren kleiner en er waren momenten dat beide kandidaten nek-aan-nek lagen. De landelijke peilingen verliepen in 2016 een stuk grilliger.
De laatste momentopname zat er in 2016 overigens niet ver naast. Clinton lag op de dag voor de verkiezingen met 3,2 procent voor in het gemiddelde van de peilingen. Ze zou uiteindelijk de popular vote met 2,1 procentpunten verschil winnen. In peilingstermen was dat vrij accuraat.
Verkiezingen in Amerika win je echter niet door de meeste stemmen te halen. Clinton had immers bijna drie miljoen stemmen meer dan Trump, maar toch verloor ze. Dat komt door het Amerikaanse systeem van kiesmannen.
De uitslagen in de afzonderlijke staten zijn dan ook doorslaggevend. De strijd wordt beslist in de swing states, staten die niet overduidelijk Republikeins of Democratisch zijn. In de meeste swing states ligt Biden voor, al zijn de verschillen hier kleiner in vergelijking met zijn voorsprong in de landelijke peilingen. In 2016 gingen de opiniepeilers bij een paar belangrijke staten de mist in. Met name in de zogeheten blue wall states Pennsylvania, Michigan en Wisconsin waren er aanzienlijke verschillen tussen de peilingen en de uiteindelijke uitslag. Het waren die drie staten die Trump, nipt, de overwinning zouden bezorgen.
Hoe het Amerikaanse kiessysteem werkt, zie je in deze video:
Hoe kun je dan het best omgaan met de peilingen? Allereerst zijn het geen voorspellingen, maar momentopnamen. Vaak worden peilingen beïnvloed door het nieuws van de dag. Denk aan onthulling over de 'pussy tape' in 2016, waarna Trump een duik maakte in de peilingen. Toch zei dat weinig over de verkiezingsdag zelf.
FiveThirtyEight spreekt dan ook liever over kansberekeningen. De datasite gebruikt een model dat alle peilingsdata omzet in een percentuele kans die een kandidaat heeft om het presidentschap te winnen. Een dag voor de verkiezingen in 2016 gaf de datasite Clinton een kans van 71 procent. Maar dat betekende niet dat Trump met zijn 29 procent al op voorhand was uitgeschakeld. Vergelijk het met de staatsloterij. Hoeveel loten zou je kopen als je wist dat je 29 procent kans had om de jackpot te winnen?
Verkiezingen tijdens pandemie
Trafalgar Group, een van de weinige opiniepeilers die de winst van Trump in Michigan en Pennsylvania in 2016 correct voorspelde, gaat nog een stap verder. Die stelt dat de meeste kiezersonderzoeken opnieuw de fout van 2016 herhalen en de steun voor de president stelselmatig onderschatten. Volgens Trafalgar Group geven Trump-stemmers, veel vaker dan Democratische kiezers, geen eerlijk antwoord op vragen van opiniepeilers. Als dat klopt, dan zou het plaatje er heel anders zien. In de belangrijke swing states zou Trump dan voorliggen op Biden.
Het is daarom verstandig om een flinke slag om de arm te houden. Opiniepeilers baseren hun methodes en modellen bovendien op verkiezingsuitslagen uit het verleden, maar de pandemie heeft een unieke situatie gecreëerd. Kiezers aan beide zijden van het politieke spectrum zijn supergemotiveerd om hun stem uit te brengen, waardoor de opkomst waarschijnlijk veel hoger uitvalt dan normaal. Dat alleen al maakt deze verkiezingen een stuk onvoorspelbaarder.
Amerikanen stemmen massaal vervroegd
Tal van staten hebben bovendien hun kieswetten aangepast zodat er meer mogelijkheden zijn om te stemmen. Tientallen miljoenen kiezers hebben inmiddels vervroegd hun stem uitgebracht in aantallen die nog niet eerder zijn voorgekomen. Meer dan ooit brengen Amerikanen hun stem per post uit. Ook dat feit maken de verkiezingsuitslag onvoorspelbaar. Er zijn twijfels of al die poststemmen wel op tijd aankomen, omdat de nationale postdienst hapert na een reeks bezuinigingen.
Alles bij elkaar opgeteld maakt dit een uitzonderlijk verkiezingsjaar met veel variabelen. Dat levert een zware taak op voor opiniepeilers.