De vereniging van leveranciers van ventilatie- en filtersystemen (VLA) verwacht niet dat scholen deze winter al zullen zijn voorzien van goede ventilatiesystemen. Ook is het budget, dat door het kabinet wordt uitgetrokken, onvoldoende. Dat zegt VLA-voorzitter Wouter Wijma.
Omdat het belang van goede ventilatie door corona hoog op de agenda staat, bracht de commissie-Terpstra afgelopen maand de situatie op scholen in kaart. Vanwege de korte termijn bleef 41 procent van de scholen het antwoord schuldig en bij ruim een derde van de schoolgebouwen bleek alles in orde. Zo'n 11 procent gaf aan niet te voldoen aan de regels, oftewel 777 schoolgebouwen.
Maar ventilatie-expert Wijma, tevens voorzitter van de Vereniging Leverancier Luchttechnische Apparaten, denkt dat een veel groter deel van de scholen niet voldoet. "Ze voldoen misschien wel aan het Bouwbesluit, maar dat betekent niet per se dat er genoeg ventilatie is."
Basisschool De Fontein in Alkmaar meet met een speciaal kastje zelf de luchtkwaliteit:
Bedrijven van Wijma doen metingen in 1000 lokalen met CO2-sensoren en Wijma denkt niet dat het meevalt. "Als er geen mechanische ventilatie is, is het niet op orde. Het gaat dan voornamelijk om oudere scholen én soms ook om nieuwbouw, die na 2012 zijn gebouwd."
Hoe meer CO2 er in de ruimte is, hoe groter de kans is dat het virus aanwezig is. Maar het CO2-gehalte staat niet in het Bouwbesluit. "Het Bouwbesluit van vóór 2012 zegt dat er 400 kuub per lokaal aan lucht (30 leerlingen + docent) moet zijn, maar dat is onvoldoende om aan het CO2-gehalte te voldoen. Dat moet met het oog op virusverspreiding onder de 1000 zijn, maar zit nu meestal op 1800 of hoger."
Wat hem ook opvalt in het rapport van de commissie-Terpstra is dat zo'n groot deel van de scholen hun antwoord schuldig moesten blijven omdat de installatiedeskundige niet beschikbaar was. "Dat geeft meteen aan hoe krap de markt is. Die mensen zijn ook nodig om te realiseren dat de systemen op scholen worden verbeterd."
Omdat er nog onderzoek moet komen naar ruim 40 procent van de scholen, ontbreekt een compleet beeld. Ook concludeert het RIVM dat de rol van ventilatiesystemen in de verspreiding van COVID-19 nog niet is opgehelderd, maar dat deze geen rol lijkt te spelen in de epidemie. Bekend is dat het virus zich verspreidt via grote druppels die vrijkomen bij praten, hoesten, en zingen.
Toch zijn er al langer zorgen over de rol van aerosolen bij coronabesmettingen. Deze fijne vochtdruppels verspreiden zich door de lucht als iemand hoest, niest of praat. In slecht geventileerde ruimtes zouden de coronadeeltjes zich makkelijker kunnen verspreiden.
In de nazomer was het gemakkelijk om goed te ventileren en te luchten, gezien het droge en mooie weer. Oudere scholen zetten de ramen wagenwijd open. Voor een permanente oplossing trekt het kabinet 360 miljoen euro uit om schoolbesturen te helpen met aanpassingen aan de ventilatiesystemen. Maar dat kan nog wel even duren, zegt Wijma.
"De productie van een 'unit' (per lokaal of centraal op het dak) kost 6 tot 8 weken. Dan moet het geïnstalleerd worden, dat kost per school ook veel tijd. In totaal een maand of 3, 4 schat ik. Er zijn heel veel scholen die gedaan moeten worden. Misschien kan het nog iets versneld, maar het lukt nooit om in deze winter alle scholen op een goed ventilatieniveau krijgen."
Ook is de toegezegde 360 miljoen bij lange na niet genoeg, rekent Wijma voor. "Het kost 15.000-20.000 euro per lokaal om het goed in te richten. Het komt nu neer op 24.000 lokalen. Dus 360 miljoen is lang niet genoeg, kunnen we wel concluderen."