Pepijn Nagtzaam
Pepijn Nagtzaam
Het is een gigantische overwinning, maar ook wel een klein eerste stapje van een proces dat nog even gaat duren. De erkenning van Nederlandse Gebarentaal als taal duurt lang, heel lang, vinden Corrie Tijsseling en Eva Westerhoff. En toch zijn ze nu verder dan ooit, nu er in de Tweede Kamer een meerderheid is om de de gebarentaal te erkennen.
Vlak voor het debat zijn Tijsseling en Westerhoff gespannen. De twee maken zich al jarenlang hard voor erkenning van de taal. "Ik weet niet of ik durf te kijken", zegt Tijsseling lachend. Westerhoff: "Ik ben vooral benieuwd naar welke taal ze gebruiken. Ik hoop dat ze geluisterd hebben de afgelopen jaren, dat niemand het heeft over 'doventaal' bijvoorbeeld."
Nederlandse Gebarentaal is een aparte wereld, een paradijs.
Want alleen een taal voor doven is Nederlandse Gebarentaal (NGT) niet, benadrukt het duo. "Ik was laatst met vier collega's, van wie een aantal doof was en drie spraken gebarentaal", zegt Tijsseling. "Voor de vierde collega moesten we een tolk laten komen, want die kon niet gebaren. Wie heeft er dan een beperking", vraagt ze met een lach.
Wat ze bedoelen: NGT moet gezien worden als taal waarin iemand zich kan uitdrukken, net zoals Frans of Duits talen zijn.
De gebarentaal is onderdeel van een cultuur, het geeft uiting aan een identiteit, betoogt Tijsseling. "Je kan ermee genieten van toneel, van poëzie. NGT is een aparte wereld, een paradijs. Je kan het zien als twee werelden: een horende en eentje met gebaren."
Zowel voor horende als voor dove mensen
Die taal maakt de wereld groter en erkenning daarvan is essentieel voor de emancipatie van de gemeenschap, stellen ze. Dat zijn dus niet alleen dove mensen, zegt Tijsseling. "Denk ook aan het horende kind van dove ouders. Of aan de horende ouders van een doof kind. Die zullen het ook moeten leren."
Het debat over de wet die NGT als taal erkent is op meerdere vlakken een unicum. De publieke tribunes zijn voor het eerst sinds het Kamergebouw zijn deuren vroeg in de coronacrisis sloot, bezet. Op de tribunes staan twee tolken die vertalen voor de enkele tientallen aanwezige doven en slechthorenden. Op de livestream van het debat wordt er ook getolkt.
Kamervoorzitter Khadija Arib opent het debat terwijl ze haar gesproken woorden vergezelt van NGT-gebaren. Het levert stralende gezichten op bij het aanwezige publiek.
Sinds 2013 wordt er gewerkt aan een wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is, na jarenlang aandringen vanuit de dovengemeenschap, ingediend door de ChristenUnie, PvdA en D66. Ook andere partijen scharen zich achter het stuk.
Daarin wordt, als de wet uiteindelijk officieel wordt aangenomen, de Nederlandse Gebarentaal officieel als taal aangemerkt. Het Fries ging eerder door een vergelijkbare procedure. Dat zorgt er nu voor dat je bijvoorbeeld een eed of gelofte mag afleggen in het Fries. De overheid wordt er ook mee verplicht om belangrijke communicatie naar die taal om te zetten.
"In de wet wordt vastgelegd dat NGT serieus moet worden genomen", zegt Tijsseling. De overheid heeft al veel goed gedaan, zegt Westerhoff. "Maar met deze wet krijgen wij een wettelijk vastgelegd recht. We krijgen de mogelijkheid om de vrijheid van taal volledig in te zetten. Daarmee wordt je wereld veel groter, dat is prachtig."
Dat de bespreking van de wet samenvalt met de hype die er rond NGT-tolk Irma Sluis is ontstaan, zorgt voor een dubbel gevoel bij de twee vrouwen. "Toen ik in de coronacrisis voor het eerst een tolk naast de minister-president zag staan, en ik zag mijn taal op televisie, toen voelde ik tranen lopen", zegt Westerhoff. "Kippenvel."
Er was ook een nadeel. "Irma is een toptolk", benadrukt Westerhoff. "Maar dat de hype nu om de gebaren gaat, dat daar lacherig over wordt gedaan, dat is helemaal niet leuk. Dat doet pijn, maar dat beseffen mensen niet. Ik vind het voor haar erg, zij wil dit ook niet."
Tegelijkertijd draagt de hype wel bij aan zichtbaarheid, erkent Tijsseling. En die zichtbaarheid is belangrijk. "We mopperen soms", zegt ze, grappend. "Dit is en blijft immers Nederland."
De strijd voor erkenning van gebarentaal duurt inmiddels al 30 jaar. De twee vrouwen gaan door tot de wet is aangenomen. "Het is de laatste stap naar volledige emancipatie."