NOS Nieuws

Je nieuwe pensioen gunstig of niet? Je weet het in 2024

  • Eva Wiessing

    verslaggever Economie

  • Eva Wiessing

    verslaggever Economie

Het hele pensioenstelsel gaat op de schop, maar hoe het nieuwe systeem uitpakt voor individuele deelnemers blijft de komende jaren nog onduidelijk. In een brief die minister Koolmees vanmiddag naar de Tweede Kamer stuurde, staat dat iedereen persoonlijk inzicht krijgt in wat hij of zij aan uitkering vóór de overstap kon verwachten en hoe hoog de uitkering ná de overstap wordt. Maar die duidelijkheid komt niet voor 1 januari 2024, zo is de verwachting.

Het pensioen dat alle werknemers verplicht opbouwen, naast hun AOW, zal in het nieuwe stelsel meer meebewegen met de beurzen: gaat het goed met de aandelen, obligaties en andere investeringen, dan krijgen deelnemers een hoger pensioen. Maar zit het tegen, dan kan het ook sneller dan nu omlaaggaan. De huidige discussies over rekenrente en dekkingsgraden verdwijnen, omdat pensioenfondsen geen rekening meer hoeven te houden met beloftes over toekomstige uitkeringen.

Onderhandelingen met de vakbonden en de werkgevers over dit nieuwe stelsel duurden meer dan tien jaar, maar deze maand lag er dan toch een akkoord. De achterban van de vakbonden FNV en VCP reageerden kritisch en wilden meer duidelijkheid over hoe de verschillende afspraken uitpakken. Het FNV-ledenparlement stelde de stemming erover vrijdag met twee weken uit. Een van de redenen was dat de leden de achterliggende stukken wilden lezen.

Zes jaar nodig

Uit de brief van vanmiddag blijkt dus dat er nog veel onzeker is. Wel is duidelijk dat het nog zes jaar duurt voordat het nieuwe pensioenstelsel ingaat.

Eerst moet de wetgeving door de Tweede en Eerste Kamer, dan moet nog duidelijk worden hoe om te gaan met pensioenfondsen die nu te weinig geld in kas hebben en hoe groepen gecompenseerd worden die erop achteruit dreigen te gaan. Vervolgens moeten de pensioenfondsen hun plannen voorleggen aan toezichthouder DNB. Dan zijn we naar verwachting al in 2024. Dan pas zal ook duidelijk worden wat het stelsel voor individuele deelnemers betekent. Uiterlijk 1 januari 2026 hebben we dan een nieuw pensioenstelsel.

Korten?

Voor de pensioenfondsen die er slecht voorstaan, hangt korten de komende jaren nog altijd in de lucht. Minister Koolmees heeft wel beloofd dat fondsen die een dekkingsgraad hebben van 90 procent of meer volgend jaar in elk geval nog niet hoeven te korten. Maar daarna zullen de fondsen moeten 'invaren' in het nieuwe stelsel, zoals dat genoemd wordt. Als er dan weinig geld in kas is, betekent dat automatisch dat toekomstige deelnemers met een achterstand beginnen.

Het Centraal Planbureau en de Pensioenfederatie hebben eigen berekeningen gemaakt over hoe het nieuwe stelsel uitpakt tussen verschillende generaties. Daaruit blijkt dat ouderen kunnen rekenen op meer pensioen en meer zekerheid dan in het huidige stelsel. Voor jongeren is het stelsel minder zeker en zij maken ook meer kans op kortingen. Daartegenover staat dat jongeren ook meer profiteren als het goed gaat op de beurs.

De Pensioenfederatie berekende dat de kans op pensioenverlaging bij de dertien grootste pensioenfondsen in alle generaties meer dan 25 procent is, terwijl in het oude stelsel de kans op pensioenkortingen bij 0- tot 45-jarigen slechts rond de 15 procent was. Wel blijkt de kans op verhoging van de pensioenen in het nieuwe stelsel veel hoger, bij jong én oud: ruim 70 procent.

Maar de berekeningen gaan ervan uit dat de fondsen in 2026, als het nieuwe stelsel ingaat, een dekkingsgraad hebben van 100 procent. Dat betekent dat ze voor elke beloofde euro één euro in kas hebben. En ook dat is met de huidige dekkingsgraden van gemiddeld zo'n 90 procent uiterst onzeker.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl