Hoe het nieuwe pensioenstelsel financieel precies uitpakt, is nog lang niet duidelijk
Thom Opheikens en Roel Bolsius
redacteur Economie en politiek redacteur
Thom Opheikens en Roel Bolsius
redacteur Economie en politiek redacteur
Met het uitstel van de stemming van de FNV is ook vandaag niet duidelijk geworden of het pensioenakkoord de eindstreep gaat halen. Een nieuwe stemming volgt binnen twee weken. Maar zelfs als er dan wel ingestemd wordt, blijft nog veel onduidelijk.
Uitgekeken werd daarom naar de stukken die het Centraal Planbureau (CPB) vandaag publiceerde. Met complexe modellen en berekeningen verkent het CPB welke effecten verschillende keuzes op pensioenuitkeringen van nu en in de toekomst hebben.
Pakt het nieuwe pensioenstelsel financieel gunstig uit of niet? Veel mensen willen dat weten, maar het antwoord daarop is ook op basis van de CPB stukken nog niet te geven. Veel zal afhangen van de keuzes die de onderhandelaars maken bij de technische uitwerking van het pensioenakkoord.
Jongeren subsidiëren ouderen
Zo is gekeken hoe verschillende opties bij de overgang naar het nieuwe stelsel uitpakken voor verschillende leeftijdsgroepen. Want een belangrijke verandering is het loslaten van de zogenoemde doorsneesystematiek. Als dat niet goed wordt aangepakt, dreigt een financiële knauw voor een grote groep werkenden.
Dat zit zo. Nu bouwt iedere deelnemer ongeacht zijn of haar leeftijd evenveel pensioen op per ingelegde euro. Maar de euro van een jongere werknemer kan langer renderen voordat het als pensioen wordt uitgekeerd en is dus meer waard. In feite subsidiëren jongeren op die manier de ouderen.
In het toekomstige stelsel hangt het af van de leeftijd hoeveel pensioen een werknemer opbouwt per ingelegde euro. Daarbij krijgen jongeren meer pensioenopbouw per ingelegde euro dan ouderen.
Middengroep tussen wal en schip
Bij de overgang naar het nieuwe stelsel dreigt de groep tussen oud en jong daarvoor de prijs te betalen. Zij hebben toen ze nog een jonge werknemer waren de oudere werknemers wel gesubsidieerd, maar maken daar in de toekomst zelf geen aanspraak meer op.
Op het moment dat het nieuwe stelsel wordt ingevoerd, zijn het vooral de werknemers die dan tussen de 35 en 55 jaar zijn die daardoor tussen wal en schip vallen. Tenzij er voor wordt gecompenseerd. Maar hoe doe je dat?
Tot nu toe is gezegd dat mensen die erop achteruit gaan 'adequaat' gecompenseerd worden. Het idee is nu om daar de buffers van de pensioenfondsen voor in te zetten. Maar niet ieder fonds heeft een even sterke buffer. En ook andere wensen, zoals misgelopen pensioenverhogingen om inflatie te compenseren, moeten uit diezelfde buffer betaald worden.
Nog veel onzekerheden
En dit is nog maar de overgang naar het nieuwe stelsel. Want hoe het nieuwe pensioencontract zelf eigenlijk uitvalt voor de verschillende leeftijden is ook afhankelijk van de keuzes die de komende tijd worden gemaakt. Hoe worden beleggingswinsten precies verdeeld? Wanneer worden pechgeneraties gecompenseerd?
Uit de doorrekeningen van het CPB blijkt dat er voor de werknemers van nu in het nieuwe stelsel een hoger pensioen inzit dan in het huidige stelsel. Alleen voor de allerjongsten die nog moeten beginnen met werken, ogen de modellen minder gunstig. Of dat ook echt zo zal zijn, moet de toekomst uitwijzen, want hoe verder de modellen vooruitkijken, hoe onzekerder ze zijn.
Ook zijn er nog veel onzekerheden over wat er gebeurt als je van baan verandert en bij een ander pensioenfonds aansluit. Vakbond VCP waarschuwt dat er grote pensioengaten kunnen ontstaan. En dat terwijl een arbeidsmarkt waarin werknemers vaker van baan wisselen een belangrijke reden was om het huidige pensioenstelsel te vervangen.
Uit het hoofdlijnenakkoord is in ieder geval duidelijk dat de pensioeninleg van jongere werknemers met meer risico mag worden belegd. Daarmee liggen de verwachte opbrengsten bij pensionering hoger dan nu. Maar het nemen van grotere risico's betekent tegelijkertijd dat de pensioenopbouw in de toekomst wel onzekerder wordt.