Voetbalsters hoeven niet langer naar buitenland om op poster te komen
"World class has arrived in Eindhoven. #SariSigned" en "Hi Amsterdam, let´s meet again. #NewFire." Wie het vrouwenvoetbal volgt, zag de laatste weken op social media het ene na het andere flitsende filmpje voorbijkomen. Terecht: drie grote namen keren terug naar de eredivisie.
Stefanie van der Gragt heeft opnieuw getekend bij Ajax, Sari van Veenendaal en Mandy van den Berg zijn komend jaar PSV-speelsters. Vanochtend kwam daar het nieuws bij dat alle eredivisieclubs en de KNVB een commercieel convenant hebben getekend met als doel de competitie naar een hoger niveau te tillen en meer glans te geven.
Kortom: het zijn spannende tijden in het Nederlandse vrouwenvoetbal.
Om maar even met de transfers te beginnen: die springen in het oog. In voorgaande jaren vertrokken Oranje-speelsters als Lineth Beerensteyn (Bayern München) en Merel van Dongen (Real Betis) naar het buitenland. Nu komen grote namen juist terug. Het duidt op een trend, maar is ook een beetje toeval, want ieder heeft haar eigen verhaal.
'Goede faciliteiten en randvoorwaarden'
Van den Berg heeft er al acht jaar in het buitenland op zitten, Van der Gragt was veel geblesseerd bij FC Barcelona en Van Veenendaal had geen basisplaats bij Atlético Madrid. Zeker met het oog op de Olympische Spelen van volgend jaar willen speelsters vooral één ding: elke week spelen. Het liefst onder toeziend oog van bondscoach Sarina Wiegman.
Daphne Koster, manager vrouwenvoetbal van Ajax, ziet het als bewijs van een interessante ontwikkeling. "In het verleden was het geluid vaak: ik wil naar het buitenland, anders raak ik uit beeld bij Oranje. Dat heb ik bij Ajax ook vaak genoeg gehoord. Maar uiteindelijk is het de keuze van de speelster en die ziet nu ook dat er bij topclubs in Nederland goede faciliteiten en randvoorwaarden zijn."
"Naar het buitenland gaan is een verrijking voor je als persoon en een mooi avontuur, maar nu kunnen speelsters daarna weer terug naar Nederland en hier een boterham verdienen."
De eredivisie heeft sinds de oprichting in 2007 aan betekenis gewonnen. Bijna alle speelsters van het huidige Nederlands elftal hebben in eigen land gespeeld of spelen er nog steeds. Maar het is lastig om de competitie niet af te zetten tegen de enorme populariteit en groei van Oranje.
'Drie baantjes om te kunnen trainen'
Corina Dekker, hoofdtrainer en technisch manager van VV Alkmaar: "Om eerlijk te zijn had ik na het gewonnen EK van 2017 verwacht dat er wel een sponsor zou komen voor de eredivisie. Het hele land was vol van de Oranjevrouwen. Alles staat en valt met geld en het vinden van een goede sponsor. Clubs als Ajax hebben een groot budget, maar bij VV Alkmaar zijn er meiden die drie baantjes hebben om hier te kunnen trainen."
Die sponsor bleef na het EK echter uit en na het WK van vorige zomer was er nog steeds geen geldschieter. De wedstrijden van de eredivisieclubs zijn bovendien niet elke week te zien op tv. Het commerciële convenant tussen de acht eredivisieclubs en de KNVB moet daar eindelijk verandering in brengen. Al duurde het wel even voor dat akkoord er kwam.
Vroeger had ik een poster van Edgar Davids aan de muur, niet van Sarina Wiegman. Zij kon niet zichtbaar worden.
Kirsten van de Ven, manager vrouwenvoetbal van de KNVB en 87-voudig international, legt uit waarom dit soort dingen altijd tijd kosten. "Alle partijen willen iets anders. Ajax zit in een andere situatie dan VV Alkmaar. Bovendien ben je op het veld concurrenten, maar tegelijkertijd moest ook het besef komen dat we elkaar buiten het veld allemaal nodig hebben om sterker te worden. De KNVB kan het niet alleen, de clubs kunnen het niet alleen."
'KNVB had focus te veel op Oranje'
Koster vult aan: "Het is helemaal niet erg dat grotere clubs wat meer meebrengen, we hebben de kleinere clubs nodig. Een competitie is pas leuk als er weerstand is en spelers beter worden. Er is samenwerking nodig, maar de afgelopen jaren waren clubs onderling tegen elkaar, de KNVB was tegen de clubs en andersom."
"Ik vind dat de focus bij de KNVB in het verleden te veel op Oranje lag en we te weinig hoorden over de eredivisie. Nu zijn er eindelijk geen verwijten meer naar elkaar, we willen dit met z'n allen oplossen."
Een meerjarenplan van de voetbalbond moet ervoor zorgen dat de eredivisie uiteindelijk een Europese topcompetitie wordt. Zowel de KNVB als de clubs hebben het gevoel dat er nu een flinke stap in de goede richting is gezet. Koster: "Met deze gezamenlijkheid geloof ik er echt in. Wij willen bij Ajax ook een voorloper zijn, jeugd opleiden en die weer laten uitstromen naar andere clubs."
Van de Ven hoopt op verandering. "Ik loop al lang mee, maar zelfs ik raak nu geïnspireerd door hoe sterk mijn collega's en de clubs in dit plan geloven. Vroeger had ik een poster van Edgar Davids aan de muur, niet van Sarina Wiegman, want zij kon niet zichtbaar worden. Deze generatie moeten we de kans geven zodat jongens en meisjes binnenkort een poster van Klaas-Jan Huntelaar hebben én een poster van Mandy van den Berg."