Minister vraagt Onderzoeksraad zich te buigen over Faro-ramp
De Onderzoeksraad voor Veiligheid zou alsnog een onderzoek moeten instellen naar het mogelijke achterhouden van technische mankementen aan het vliegtuig bij de Faro-ramp uit 1992, waarbij 56 mensen om het leven kwamen, voornamelijk Nederlandse toeristen. Minister Van Nieuwenhuizen schrijft aan de Tweede Kamer dat ze de OVV gaat vragen de zaak opnieuw te bekijken.
Centrale vraag bij het onderzoek zal zijn of het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat in de nasleep van de ramp informatie heeft achtergehouden over technische mankementen aan het Martinair-vliegtuig.
Van Nieuwenhuizens voorganger, staatssecretaris Dijksma, had zo'n onderzoek al in 2016 toegezegd, na een uitzending van EenVandaag. Daarin werden twijfels uitgesproken over de luchtwaardigheid van de in 1975 gebouwde DC10.
Staat deels aansprakelijk
De OVV zei destijds te willen wachten op deskundigenonderzoek naar de ramp, dat zou worden gedaan in het kader van een rechtszaak die nabestaanden hadden aangespannen tegen de Staat. De rechter bepaalde begin dit jaar dat de Staat deels aansprakelijk is voor de ramp op het vliegveld van het Portugese Faro.
Volgens de officiële lezing werd de crash veroorzaakt door sterke zijwind in combinatie met een natte landingsbaan. Maar volgens de rechter is nooit gemeld dat de piloten ook fouten hebben gemaakt. Dat had de Raad voor de Luchtvaart, onderdeel van het ministerie, moeten doen.
Het kabinet is niet in beroep gegaan tegen het vonnis en daarmee is het oordeel van de rechter onherroepelijk. Daarmee is volgens minister Van Nieuwenhuizen de weg vrij voor de Onderzoeksraad om zich alsnog over de zaak te buigen.
De Onderzoeksraad gaat het verzoek van de minister bekijken.