Hoe de strijd tussen Rusland en Oekraïne leidde tot het neerhalen van MH17
"Ik dacht: hier beneden sneuvelen we, daar in de lucht gaan ze op vakantie." In juli 2014 ligt de Oekraïense commandant Sergej Mandalina met zijn eenheid aan de grens tussen Oekraïne en Rusland. "De passagiers hebben geen idee wat hier op de grond gebeurt. We waren jaloers dat zij op vakantie gingen. Maar dat liep dus anders."
Maandag begint de rechtszaak tegen vier mannen die betrokken zouden zijn bij het vervoer van de Buk-raket die vlucht MH17 neerhaalde. Dit gebeurde op 17 juli 2014, maar de strijd die leidde tot de ramp woedt nog steeds.
Pro-EU vs. pro-Rusland
Het conflict begon toen de Oekraïense regering in het najaar van 2013 bijna een associatieverdrag sloot met de Europese Unie. Oekraïne werd op het laatste moment door Moskou overgehaald niet te tekenen en juist een economische deal met Rusland te sluiten.
Hierop brak een pro-Europese opstand uit in Oekraïne. Volgens Rusland en pro-Russische rebellen ontstond er een dreigende situatie voor Russen in Oekraïne. Dit was voor hen het argument om in te grijpen. Rusland annexeerde het schiereiland de Krim en steunde de gewapende opstand in het oosten van Oekraïne, bij de Russische grens.
Escalatie
Begin juli 2014 wordt de strijd in de oostelijke provincies Donetsk en Loegansk steeds heviger. Op 11 juli worden Oekraïense militairen voor het eerst zwaar beschoten vanaf de Russische kant van de grens. 37 collega's van de Oekraïense commandant Mandalina komen om. Tot dan was de strijd in deze regio nog kleinschalig, maar nu werd het een volledige oorlog.
Een paar dagen later worden een Oekraïens transportvliegtuig en een straaljager neergehaald. Ondertussen vliegen de lijnvluchten naar het verre oosten nog steeds recht over het strijdgebied.
De strijd die volgt is cruciaal om het neerhalen van MH17 te verklaren. De separatisten proberen rond het dorp Marinovka een doorbraak te forceren naar de Russische grens. De Oekraïners zetten met vliegtuigen het tegenoffensief in om de grens onder controle te houden.
Igor Girkin, dan minister van Defensie van de zelfverklaarde republiek Donetsk, zegt in een video op 16 juli: "We hebben Marinovka aangevallen, maar we zijn helaas niet doorgebroken. We konden niet doorstoten tot de grens." Girkin is een van de vier verdachten in het proces dat maandag begint.
Tegen het Oekraïense overwicht in de lucht hebben de rebellen nauwelijks een antwoord. De verliezen op 15 en 16 juli zijn groot. In een afgeluisterd gesprek in de ochtend van 17 juli beklaagt separatistencommandant Sergej Doebinski zich: "Raketten zijn nog tot daar aan toe, maar als de vliegtuigen deze ochtend weer aanvallen... Als het lukt om morgenvroeg een Buk te krijgen, dan stuur ik die daarheen. Zo niet, dan zit ik in de shit."
Een paar dagen eerder is besloten dat de rebellen kunnen rekenen op versterkingen uit Rusland. Die versterkingen komen in de vorm van de Buk, een raket waarmee de gevechtsvliegtuigen van Oekraïne kunnen worden neergehaald. In de ochtend van 17 juli wordt het wapen gefotografeerd in het centrum van Donetsk, en even later gefilmd in de buurt van een rebellen-kazerne.
Uit afgeluisterde telefoongesprekken die door justitie zijn gepubliceerd, blijkt dat commandant Doebinski twee mannen de opdracht geeft om het wapen te begeleiden: Oleg Poelatov en Leonid Chartsjenko. Ook zij worden vervolgd voor hun aandeel in de moord op 298 passagiers en bemanningsleden.
Het wapen wordt daarna in de loop van de ochtend naar Snizjnoje gereden. Op sociale media verschijnen filmpjes en foto's van het transport:
Uit eerder onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat de route continue in de gaten wordt gehouden door pro-Oekraïnse spotters. Ook toevallige omstanders maken foto's. Verslaggevers van het persagentschap AP zien het wapen vervolgens in de straten van Snizjnoje en een agent filmt vanuit een flat hoe het wapen op eigen kracht naar het zuiden rijdt.
Daar wordt het in een veld gezet op nog geen 20 kilometer van Marinovka. Om 16.30 uur wordt het wapen afgevuurd.
Aanvankelijk denken de rebellen dat ze een Oekraïens transportvliegtuig hebben neergehaald. Er verschijnt een bericht op een socialmedia-account dat door de separatisten wordt gebruikt: "In de regio Torez hebben we zojuist een AN26 neergehaald. We hebben gewaarschuwd, 'vlieg niet in ons luchtruim'."
Ook Russische media claimen deze overwinning. Pas als ze ontdekken dat ze een passagiersvliegtuig hebben neergehaald, verandert de toon. Sindsdien ontkennen de separatisten dat ze beschikten over een Buk.
Inmiddels zijn we jaren verder, maar de strijd in het oosten van Oekraïne woedt nog steeds. Meer dan 14.000 mensen zijn door de oorlog om het leven gekomen. Vorig jaar leek er voorzichtige toenadering tussen Rusland en Oekraïne, maar onlangs laaiden gevechten weer op.