Akkoord over gebruik Nederlandse deel Noordzee: 'Het wordt passen en meten'
Er is een akkoord gesloten over de verdeling van het Nederlandse deel van de Noordzee. Visserijvereniging VisNed, natuur- en milieuorganisaties, energiebedrijven, zeehavens en de Rijksoverheid hebben daar ruim een jaar over onderhandeld. Nu gaan de afspraken naar de achterbannen. Die hebben tot 31 maart de tijd om hun mening te geven over de afspraken in het akkoord.
De afspraken zijn nodig omdat de Noordzee de komende jaren wordt volgebouwd met windmolenparken. Daarnaast moet er ruimte zijn voor natuurgebieden, wordt er naar olie en gas geboord, varen er vrachtschepen en liggen er oefengebieden van Defensie. En vissers willen graag kunnen blijven vissen. "Dat wordt passen en meten", zei Jacques Wallage, voorzitter van het Noordzee-overleg in oktober al.
Dit gebeurt er allemaal op het Nederlandse deel van de Noordzee:
In het akkoord staat dat het kabinet 200 miljoen euro uittrekt voor herindeling van de Noordzee. Het grootste deel daarvan, 119 miljoen euro, gaat naar het uitkopen van vissers die willen stoppen, en het verduurzamen van de visserij die overblijft. Zo komt er een kleinere en duurzamere vissersvloot. 55 miljoen euro gaat naar wetenschappelijk onderzoek en natuurherstel.
Er gaat 14 miljoen euro naar toezicht op het naleven van de afspraken die gemaakt worden. Ook komt er geld voor een veilige doorvaart van de windparken die worden aangelegd (12 miljoen euro).
Het was een moeizaam proces om met alle partijen tot een akkoord te komen, zegt Wallage. "Het Noordzeeakkoord is een randvoorwaarde om het klimaatakkoord te kunnen uitvoeren", zegt hij. In het klimaatakkoord staat dat er meer gebruik gaat worden gemaakt van windenergie die op zee wordt gewonnen. "Daarmee ontstaat spanning", zegt hij. In 2023 willen de onderhandelaars de balans opmaken, en kijken of er met dit geld ook de doelen bereikt worden.
We zien geen toekomstvisie in dit akkoord
De onderhandelaars hebben afgesproken het akkoord te verdedigen bij hun achterban. Of ze die meekrijgen is vooral voor VisNed de vraag. Vooral in Urk zijn veel tegenstanders. "De eindconclusie van Urk is nee", zegt Jacob van Urk, voorzitter van de afdeling Urk van VisNed.
Urk is volgens Van Urk niet tegen het uitkopen van vissers die willen stoppen, maar dat mag niet ten koste van de blijvers gaan. In het vissersdorp wil 95 procent van de vissers door, schat hij.
Vissers die door willen, vragen zich af waar er straks nog gevist mag worden. En omdat de economie in Urk grotendeels afhankelijk is van de visserij, zijn daar grote zorgen over. "Wij willen als Urk een visie naar de toekomst en dat zien we niet in dit onderhandelingsakkoord", zegt Jan de Boer, een andere Urker visser. De Boer noemt het geboden bedrag een fooi.
Kijk hieronder naar het verhaal van Cor Vonk (uit oktober 2019) voor wie door alle veranderingen op zee de toekomst zeer ongewis is:
Er zijn inderdaad "verschillende reacties", zegt Pim Visser, die als voorzitter van Visned aan de onderhandelingstafel zat. "Maar niet iedereen heeft alle informatie." Visser wijst op de zogenoemde 'Kottervisie' waar op het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nog aan gewerkt wordt.
In die kottervisie moet meer duidelijkheid komen over de uitkoopregeling, zodat vissers weten onder welke voorwaarden ze hiervoor in aanmerking komen.
Plannen gaan sowieso door
Ook als er niet wordt getekend, dan gaan de plannen voor de verdeling van de Noordzee volgens Visser door. Maar "dan zit je niet meer aan tafel en dan is er geen budget", zegt hij. Uit een bijeenkomst waar minister Schouten afgelopen week vissers toesprak bleek hetzelfde. "Het was take-it or leave it", zegt Jan de Boer die erbij was.