Babypijltjes en Romeinse kaarsen zijn al verboden, volgend jaar volgen de honderdduizendklappers en de zogenoemde enkelshots mortieren. Het aantal vuurwerkvrije zones neem toe en verkopers zijn verplicht vuurwerkbrillen, aansteeklonten en lanceerstandaarden voor pijlen te verstrekken. Afsteken mag alleen nog tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur.
De almaar strengere regels lijken effect te hebben: het aantal mensen dat door vuurwerk op de ehbo belandt, is sinds 2013 gehalveerd. Tegelijkertijd nam afgelopen jaar het aantal geweldsincidenten tegen hulpverleners rond de jaarwisseling flink toe. Het merendeel had met vuurwerk te maken.
Deel van identiteit
Steeds luider klinkt dan ook de roep om een totaalverbod op consumentenvuurwerk. Ook om luchtvervuiling en geluidsoverlast tegen te gaan.
Maar tegen zo'n algeheel verbod zou, ondanks dat steeds meer mensen vóór zijn, veel weerstand komen, zegt consumentenpsycholoog Patrick Wessels. "Vuurwerk gaat om veel meer dan vuurwerk. Het gaat om een traditie." Niet voor niets staat het afsteken van vuurwerk op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed.
"Daarnaast", zegt Wessels, "gaat het voor veel mensen om een stuk identiteit. Stel vuurwerk wordt verboden, dan neem je iets van ze af wat een deel van hen is. Zij zijn dit."
"Ik sta in de straat misschien wel bekend als degene die altijd het mooiste vuurwerk afsteekt. Nu mag het niet meer. Wie ben ik dan eigenlijk nog? Zo ver gaat dat. En daar moet je heel voorzichtig mee zijn."
Steeds minder de norm
Wessels denkt dat de overheid op de goede weg is door stapsgewijs steeds meer soorten vuurwerk te verbieden. "Het is een kwestie van langzaamaan gedrag veranderen en dus niet zomaar iets afpakken."
Net zoals dat het steeds minder normaal wordt om te roken, wordt Oud en Nieuw zónder vuurwerk zo steeds meer de norm, denkt Wessels. "Dat kost tijd. De groep die niks afsteekt wordt langzaamaan groter. We leren Oud en Nieuw te vieren met heel veel gezelligheid, verbondenheid en andere leuke dingen. Maar dan zonder vuurwerk."
De politie is niet per se voor een totaalverbod. "Wij vinden het belangrijker dat het vuurwerk dat naar ons gegooid en geschoten wordt, verboden wordt", zegt Ruud Verkuijlen van de politie in Nieuwsuur:
Campagnes die bijvoorbeeld waarschuwen dat je je ogen kunt verliezen door vuurwerk, helpen niet bij dit 'afkick'-proces, volgens Wessels. "Het lijkt heel overtuigend, maar het grote probleem is dat mensen vinden dat vrienden en familie moeten oppassen, maar dat ze denken dat ze zelf niks overkomt. En zo denkt iedereen: 'Natuurlijk is het zo dat mijn buurman moet oppassen, maar bij mij gebeurt dat niet want ik ben daar veel te voorzichtig voor'."
Een volgende stap kan zijn om vuurwerk duurder te maken, zegt Wessels. "Dat maakt het moeilijker verkrijgbaar en dan wordt het minder normaal om met z'n alleen heel veel vuurwerk te kopen."
NOS op 3 reconstrueerde het veranderende imago van vuurwerk in Nederland: