Advocaten nabestaanden treinkaping De Punt mogen opnames horen
De advocaten van de omgekomen Molukse treinkapers bij De Punt in Drenthe mogen geluidsopnames beluisteren van de bevrijdingsactie in 1977. Daarbij mag geen vertegenwoordiger van de staat aanwezig zijn, heeft het gerechtshof in Den Haag vandaag bepaald. De advocaten zijn tot geheimhouding verplicht.
Op 11 juni 1977 maakten mariniers en de luchtmacht na drie weken met geweld een einde aan de kaping. Twee gegijzelde passagiers kwamen daarbij om het leven, net als zes kapers.
Nabestaanden van twee Molukse kapers spanden een zaak aan tegen de Nederlandse staat, die ze verantwoordelijk houden voor de doden. Volgens hen zijn twee gijzelnemers van dichtbij geëxecuteerd. De mariniers zouden bovendien opdracht hebben gekregen alle kapers te doden. De staat heeft dat altijd ontkend.
Vorig jaar oordeelde de rechtbank dat de Nederlandse staat niet aansprakelijk is voor de dood van de Molukse treinkapers. De nabestaanden gingen tegen die uitspraak in beroep.
Geluidsopnames
Een aantal mariniers droeg opnameapparatuur bij zich tijdens de bevrijdingsactie. Twee jaar geleden kregen de nabestaanden voor het eerst uitgeschreven teksten in handen van de geluidsopnames.
De nabestaanden wilden de banden zelf beluisteren in aanwezigheid van deskundigen, maar dat verzoek is door het hof afgewezen. Volgens de rechter mogen ze niet meeluisteren ter bescherming van de identiteit van de betrokken mariniers en "de persoonlijke levenssfeer van anderen die in een levensbedreigende situatie op de geluidsbanden te horen zijn".
Het gaat om een tussenbeslissing van het hof. De procedure gaat in maart volgend jaar verder.