Moeilijke dag nog zwaarder voor zedenslachtoffers Den Bosch na online haat
Bij de politie in Den Bosch hebben zich nog geen nieuwe slachtoffers gemeld die gedrogeerd en verkracht zijn door een groep mannen. Gisteren werden acht jonge mannen opgepakt voor de verkrachting van drie meisjes, die begin dit jaar los van elkaar naar de politie stapten. De politie vermoedt dat er meer slachtoffers zijn en riep meisjes op zich te melden.
Tot nu toe nog zonder resultaat, zegt de Brabantse politiewoordvoerder Willem-Jan Uytdehage. Dat kan ermee te maken hebben dat de meisjes door wie de zaak aan het rollen kwam gisteren online te schande werden gemaakt.
Volgens Uytdehage gaat het om zeker twee berichten op sociale media met foto's van de slachtoffers en kwetsende teksten erbij. "Het waren normale foto's, niet seksueel. Anders zou er ook nog sprake zijn van kinderporno." De politie waarschuwt sociale mediagebruikers om die berichten niet te delen omdat dat strafbaar kan zijn.
De drempel voor pubers om melding te doen van seksueel misbruik is sowieso al hoog en dan helpt het niet dat ze online door berichten worden achtervolgd. "Ze zijn bang voor wat anderen erover zeggen, vrienden en vriendinnen, wat erover op sociale media gezegd zal worden", legt psycholoog Iva Bicanic uit. Zij is hoofd van het Centrum Seksueel Geweld. "Ze willen niet dat andere mensen het weten."
Met het Openbaar Ministerie onderzoekt de politie hoe de sociale mediagebruikers die de berichten plaatsten of deelden worden aangepakt. Politiewoordvoerder Uytdehage: "We kunnen ze oppakken en een proces-verbaal opmaken en dan moeten ze voor de rechter verschijnen." Als het om kinderen gaat, is de procedure milder. "Dan voeren we een zogenoemd stopgesprek. Ze krijgen een waarschuwing dat ze strafbaar bezig zijn en moeten de berichten verwijderen."
De haatberichten maakten dat een dag die volgens hem sowieso al lastig was voor de drie meisjes die de zaak aan het rollen hadden gebracht, nog moeilijker werd. "Ze wisten dat we opening van zaken gingen geven, wat we normaal in dit soort zaken niet doen. Maar nu waren we in overleg met de slachtoffers minder terughoudend, juist met het doel dat meer slachtoffers zich gaan melden."
Pubermeisjes willen helemaal niet graag hun verhaal tot in details vertellen.
Naast angst voor wat er gebeurt als ze het vertellen, zijn ook schaamte en schuld verklaringen voor waarom pubers veel minder vaak vertellen wat hen is overkomen. "Soms zijn ze ook in de war over wat er nou precies is gebeurd", vertelt psycholoog Bicanic. "Ik heb in mijn eigen onderzoek ruim 300 pubermeisjes gezien die een verkrachting hadden meegemaakt. Zij deden er gemiddeld 21 weken over om daarmee naar buiten te komen. Ze vertellen het dan meestal niet aan ouders, maar aan een vriendin. Zo komt het dan uit."
Om het dan ook nog aan de politie te vertellen, is voor velen een stap te ver. Bicanic: "Pubermeisjes en -jongens willen helemaal niet graag hun verhaal tot in detail vertellen. Zij willen het liefste alles achter zich laten en vergeten. Er niet meer over praten, er niet meer aan denken, blik vooruit en niet meer achterom kijken."
Toch hoopt Uytdehage dat meer slachtoffers van de groep uit Den Bosch naar de politie stappen. "Zoek contact met ons en vertel je verhaal. We hebben een afdeling zedenzaken die heel zorgvuldig de intake doet, we hebben hulpverleners klaarstaan en kijken wat het beste is. Je komt niet meteen met naam en toenaam in het dossier en we zullen je nooit dwingen om aangifte te doen."