Simon Groot

De zaden van Simon Groot (84) zorgen voor minder honger en meer winst voor miljoenen

Als Simon Groot (84) op bezoek gaat bij een boer, wordt hij vaak met gejuich begroet. "Dat gebeurt om de haverklap. Als ik ergens kom, wordt er meteen een klein feestje van gemaakt. Dat vind ik het allerheerlijkste, dat ze blij zijn om me eindelijk ook eens te zien. Ze weten precies dat ons merk voor hun leven een belangrijke rol heeft gespeeld. Ze kennen ons merk net zo goed als Coca-cola."

Groot is zaadveredelaar. Hij ontwikkelt zaden voor groenten die veel resistenter zijn voor ziekten en harder groeien dan reguliere zaden. Vooral boeren in Azië profiteren ervan: zij gebruikten zaden van matige tot slechte kwaliteit, wat leidde tot slechte oogsten, armoede en ondervoeding. Groot heeft er de prestigieuze World Food Prize, de belangrijkste prijs op het gebied van landbouw en voeding, mee gewonnen.

Hij noemt de prijs de ultieme erkenning voor de miljoenen kleine boeren die van de landbouw hun bedrijf hebben kunnen maken. "Kleinschalige groenteteelt is een geweldige manier om inkomen en werkgelegenheid op het platteland te realiseren, en tegelijkertijd het voedingspatroon voor heel veel mensen te verbeteren."

Lange weg

Groot is de zesde generatie in een familie van zaadveredelaars. Nadat het familiebedrijf in 1981 werd verkocht, nam hij er ontslag en richtte met de opbrengst van de verkoop zijn eigen bedrijf East-West Seed op. Wereldwijd gebruiken inmiddels miljoenen boeren zijn zaden, vooral in Azië.

"We begonnen in de Filipijnen", zegt Groot. "Vier jaar later kwam Thailand erbij. Na tien jaar waren we klaar voor Indonesië, met destijds 200 miljoen mensen. Heel veel mensen betekent heel veel monden en heel veel groente. Later kwamen Vietnam, India, Myanmar, Cambodja en Guatemala. Nu zijn we voorzichtig in Afrika bezig."

Het groeien ging erg langzaam, vooral doordat boeren niet gelijk de voordelen inzagen. "Het heeft lang geduurd om de boeren te overtuigen", zegt Groot. "Ze waren generaties lang gewend om zaad uit eigen groenten te gebruiken. Dat kostte niks. En toen kwamen wij met de boodschap 'als je zaad van ons koopt voor een paar cent per stuk, krijg je een betere oogst en ga je beter verdienen'. Ja, dat was wel even een heel lange weg om ze daarvan te overtuigen. Het waren vooral kleine boeren met weinig geld te besteden. Over elke tien dollar die ze besteedden dachten ze lang na."

Uiteindelijk raken de meeste boeren langzaam overtuigd na voorzichtig de zaden te testen op eigen land. "Ze kopen eerst voor een paar dollar een klein zakje, want ze zijn altijd argwanend. Als ze zien dat het goed werkt op hun land, groeit hun gebruik langzaam. Dat adoptieproces kan heel lang duren."

Thaise pepertjes en Javaanse bloemkool

Uiteindelijk betekent de overstap op het zaad van Groots bedrijf een fors grotere opbrengst voor boeren. Groot noemt het voorbeeld van een Thaise peper. "Die hebben we speciaal voor de Thaise markt ontwikkeld. Die zijn ook in de rest van de wereld beroemd omdat ze zo heet zijn. In Indonesië worden ze verwerkt als rawit-pepers, het hete element van sambal. Door onze vernieuwing met zogenaamde F1-hybriden, een veredelingsproces, kun je meer gewenste eigenschappen in een plant combineren. Daardoor komt er dertig, veertig procent meer productie van een plant. Toen we begonnen deed elke Thaise boer het met zijn eigen zaad, nu gebruikt, denk ik, tachtig procent ons zaad."

Groots werk heeft niet alleen voor hogere opbrengsten en minder armoede onder boeren gezorgd, maar ook voor een gezondere bevolking. "Veel landen hebben te maken met hidden hunger, dat mensen wel genoeg calorieën eten, maar niet genoeg andere stoffen die net zo belangrijk zijn. We hebben voorbeelden dat boeren op Java deels van rijst overstappen op onze bloemkool die past in hun klimaat. De boer verdient meer, en het is goed voor de volksgezondheid."

Groots bedrijf is een commerciële onderneming, maar hij ziet de activiteiten meer een vorm van ontwikkelingswerk. "De boeren hebben veel meer geld aan ons verdiend dan wij aan hen. Wij houden alleen een klein stukje voor groei en financiering van onderzoek."

Pas na 25 jaar kon Groots bedrijf winst uitkeren aan aandeelhouders. "De marktontwikkeling had z'n eigen tijd nodig, daar heb je voldoende geduld voor nodig. Datzelfde geduld hebben mijn kinderen nu nodig in de nieuwe landen. Daar moet ik ze nog een beetje bij begeleiden."

'Boeren waren eerst argwanend, maar nu gebruiken miljoenen ons zaad'

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl