Promoveren in Nederland met een zak geld uit China

China laat geen twijfel over zijn ambities bestaan: in 2049, als de Volksrepubliek China honderd jaar bestaat, moet het de belangrijkste technologische en wetenschappelijke wereldmacht zijn. China wil dan met minstens 42 universiteiten in de top honderd van de wereld staan.

Zowel internationaal als nationaal worden de Chinese ambities steeds meer als een bedreiging gezien. Het Nederlandse kabinet komt binnenkort met een China-strategie. We zijn te lang naïef geweest, stelt de ene na de andere politieke partij.

Moeten we ons ook zorgen maken om universiteitspromovendi? Chinese topwetenschappers komen naar Nederland om hier te promoveren met een beurs op zak van de Chinese overheid. Die samenwerking met China brengt de Nederlandse universiteiten grote kansen en voordelen. Maar er zijn ook risico's. Hoe bedreigend zijn de wetenschappelijke ambities van president Xi Jinping nu eigenlijk voor de Nederlandse universiteiten? En ligt het gevaar van doorslaan naar paranoia niet op de loer?

Universiteiten kunnen niet zonder Chinezen

Al jaren haalt hoogleraar Harry Steinbusch studenten uit Azië, maar vooral uit China, naar de Universiteit van Maastricht. "Het belangrijkste argument om op China te focussen is dat de Chinese overheid groot aantal beurzen ter beschikking stelt in het kader van China Scolarship Counsil." Net die ochtend heeft Steinbusch een nieuw contract afgesloten. De komende vijf jaar komen er weer 300 nieuwe Chinese promovendi mét een beurs naar Maastricht.

Daar is Steinbusch maar wat blij mee, want China zet vol in op prioriteitsgebieden als vliegtuigmotoren en kerncentrales. Nederlandse universiteiten kunnen profiteren van Chinese kennis. Bovendien is de wetenschap erop gericht de mensheid vooruit te brengen, dat is voor iedereen goed. "Wetenschap is vrijheid, vrijheid van samenwerking", aldus de academicus.

Maar achter deze promovendi zit het Chinese niet-democratische regime van de communistische partij. Ieder jaar moeten de studenten verslag uitbrengen op hun ambassade. Maar volgens Steinbusch botst dat niet met de wetenschappelijke belangen, omdat die per definitie uitgaat van het delen van kennis: "Al die informatie die de studenten hebben vergaard, is ook vrij te verkrijgen via de wetenschappelijke publicaties."

Ook de Universiteit van Wageningen ziet de Chinese studenten graag komen. "Wij kunnen het ons niet permitteren om China links te laten liggen. Dat willen we ook niet. Wij kunnen alleen nummer één blijven als we samenwerken", zegt rector magnificus Arthur Mol van de Universiteit Wageningen, waar momenteel ruim tweehonderd Chinese promovendi werkzaam zijn.

Duivels dilemma

Tot nu toe is het Nederlandse China-beleid zelfs verre van eenduidig, merken de universiteiten. "Voorzichtig zijn", was de boodschap op het Ministerie van Buitenlandse Zaken toen Steinbusch daar onlangs een vergadering had. Het ministerie vreest dat promovendi toegang kunnen krijgen tot vertrouwelijke informatie die vervolgens voor andere doeleinden gebruikt kan worden.

"Absoluut mee samenwerken", kreeg Steinbusch vervolgens op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap te horen. "Het is een uitdaging. China is erg vooruitstrevend op het gebied van wetenschap en wij moeten eigenlijk de capaciteit die zij hebben, mede gaan gebruiken voor ons onderwijs."

Het blijft een duivels dilemma, vindt ook d'Hooghe. "Enerzijds levert die samenwerking heel veel op", zegt ze. Gezamenlijk medisch onderzoek komt ons allemaal ten goede. "Maar tegelijkertijd moeten we wel heel goed in de gaten houden wat er op grote, nationale schaal gebeurt in China."

Dat betekent niet dat we helemaal moeten stoppen met samenwerken met China, maar "wij moeten zelf veel proactiever kijken naar wat wij willen met die samenwerking, wat voor ons te halen valt uit die samenwerking met China, want China doet dat ook."

Het kabinet is druk bezig met een China-strategie, die zou in mei zou moeten uitkomen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl