Hij hoeft tegenwoordig 's ochtends niet meer zijn vieze werkkleren aan te trekken en klusjes doet hij alleen nog maar in zijn nieuwe huis. Oud-bouwvakker Song Zhengfeng bouwt niet meer mee aan gebouwen, maar wel aan een andere toekomst voor China. "Het werk als bouwvakker was zwaar, in weer en wind", zegt Song. "Mijn huidige werk in de kunstmatige intelligentie is vergelijkbaar met de bouw: in beide beroepen leg ik fundamenten."
Song is een van de miljoenen laagopgeleide Chinezen die een drijvende kracht vormen achter kunstmatige intelligentie, een nieuwe motor van de Chinese economie. Het gaat niet alleen om geavanceerde robots, zelfrijdende auto's en verregaande gezichtsherkenningscomputers. Ook in kleine provinciestadjes, waar arbeid goedkoop is, schieten de zogenoemde 'labelingsbedrijven' uit de grond.
Hier geven werknemers de hele dag namen aan dingen die ze zien. Bijvoorbeeld voor zelfrijdende auto's identificeren zij stoepranden en auto's op digitale afbeeldingen. Die 'big data' worden opgeslagen op megacomputers. AI-computers kunnen vervolgens die informatie als basis gebruiken om hun eigen intelligentie verder te ontwikkelen. Met al die werkkrachten die dit 'saaie' werk kunnen doen en met genoeg kapitaal voor miljarden megacomputers heeft China een enorm voordeel.
Marktleider in 2025
"Wie marktleider wordt op het gebied van kunstmatige intelligentie zal over de wereld heersen": het is een inmiddels beroemde uitspraak van de Russische president Vladimir Poetin. De Chinese president Xi Jinping heeft de uitspraak goed in zijn oren geknoopt, want hij kwam met een ambitieus plan genaamd 'Made in China 2025'. In dat jaar wil Xi marktleider zijn op het gebied van high tech en in 2030 op het gebied van kunstmatige intelligentie.
Daarmee heeft Peking aangekondigd de komende drie jaar deze hele industrie al te willen vertienvoudigen. Het gaat hierbij over investeren in robots, maar bijvoorbeeld ook over technieken als gezichtsherkenning voor bijvoorbeeld camera's in bedrijven. Omdat China steeds meer in een surveillancestaat verandert, wordt hier met wantrouwen naar gekeken.
Maar het grootste kritiekpunt: China zou zich schuldig maken aan concurrentievervalsing. Het land zou zich niet houden aan afspraken die gemaakt zijn met de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De Chinese overheid zou, in tegenstelling tot andere landen, de AI-industrie op grote schaal financieel spekken. Dat zou leiden tot oneerlijke concurrentie.
De overheid heeft ons een pand gegeven om ons te ondersteunen.
Zo werd de 24-jarige ondernemer Yuan Bo aan alle kanten geholpen zijn zaak op te zetten. "Toen we ons bedrijf aan de overheid presenteerden, zeiden ze dat wij hier heel belangrijk werk doen. Ze vonden onze projecten ook betrouwbaar. Toen hebben ze ons een pand gegeven om ons te ondersteunen. Verder heb ik nog weinig ervaring als bedrijfsleider, dus heb ik trainingen gekregen."
Ook ex-bouwvakker Song is blij met de nieuwe ontwikkelingen. Dat de computers die hij nu slimmer maakt ook in surveillancecamera's en op andere privacygevoelige terreinen worden ingezet, is voor hem nog geen probleem. "Volgens mij dient gezichtsherkenning vooral om het leven makkelijker te maken. Ik zie daarin geen grote bedreiging voor de privacy."
