Save the Children: meer dan 2500 buitenlandse kinderen in Syrische kampen
Meer dan 2500 kinderen uit 30 landen leven in drie verschillende migrantenkampen in het noordoosten van Syrië, waaronder het kamp Al-Hol. Dat zegt hulporganisatie Save the Children, die wil dat de internationale gemeenschap maatregelen neemt voor hun veiligheid. Sommige kinderen zijn volgens Save the Children maar een paar dagen of weken oud.
De kinderen zijn afkomstig uit families die banden hebben of hadden met terreurorganisatie IS. Ze leven afgezonderd van andere mensen in de kampen en dat belemmert volgens Save the Children hun toegang tot hulp.
De meeste kinderen zitten in de kampen met hun moeders, sommigen worden opgevangen door vrijwilligers. In een aantal gevallen zijn vrouwen die door IS als kind zijn meegenomen, nu zelf moeder geworden.
Bedreigingen
De hulporganisatie zegt dat er in de drie kampen een groot tekort is aan bescherming en dat er dringend behoefte is aan voeding en medische hulp. Ook is er hulp nodig voor kinderen met traumatische ervaringen. "Het leveren van zulke diensten in een veilige en gezonde omgeving is nu niet mogelijk in het noordoosten van Syrië", meldt de organisatie.
Save the Children pleit ervoor dat kinderen en hun families door landen worden teruggehaald. "Alle kinderen die banden hebben of banden hadden met IS zijn slachtoffer van het conflict en moeten als zodanig gezien worden", zegt de directeur Syrië van de hulporganisatie in een persbericht. "Alle landen waarvan burgers gevangen in Syrië zitten, moeten hun verantwoordelijkheid nemen."
Het Nederlandse kabinet is tot nu toe niet van plan om IS-strijders terug te halen voor berechting. Minister Grapperhaus onderzoekt wel of Nederlandse vrouwelijke Syriëgangers en hun kinderen teruggehaald kunnen worden.
Het is niet duidelijk of en hoeveel Nederlandse kinderen in deze drie kampen vastzitten. Wel is bekend dat er zeker 145 Nederlandse minderjarigen in het strijdgebied in Syrië en Irak zijn, en nog eens 30 in de regio, buiten het strijdgebied.