Nederland en Australië gaan met Rusland praten over de aansprakelijkheid voor het neerhalen van vlucht MH17 in de zomer van 2014. Vorig jaar stelden Nederland en Australië het land officieel aansprakelijk voor de vliegramp.
De gesprekken zouden ertoe kunnen leiden dat Rusland de aansprakelijkheid ook erkent en een schadevergoeding betaalt. Maar zo ver is het nog lang niet, denkt universitair docent internationaal recht Marieke de Hoon.
Over het algemeen worden dit soort onderhandelingen afgedaan zonder expliciete erkenning van de aansprakelijkheid.
Toch noemt zij de stap die Nederland en Australië hebben gezet erg belangrijk. "Nederland moet dit sowieso doen om te voldoen aan een procedurele vereiste. Als je een internationaal hof wil gaan vragen om uitspraak te doen in een zaak, is de regel dat je eerst zelf hebt geprobeerd om er uit te komen. Hiermee hebben ze dat in ieder geval gedaan."
Daarmee is niet gezegd dat onderhandelingen met Rusland ook succesvol zullen zijn. Voor Nederland zal het een politiek precair traject worden. "Over het algemeen worden dit soort onderhandelingen afgedaan zonder expliciete erkenning van de aansprakelijkheid maar met het betalen van een schadevergoeding", zegt De Hoon. "Het is de vraag of dat in dit geval afdoende zal zijn."
Schadevergoeding
Rusland zou ook kunnen meewerken aan een van de drie eisen die Nederland eerder heeft gesteld. Nederland wil bijvoorbeeld dat Rusland meewerkt aan de vervolging van individuele betrokkenen. "Het zou kunnen zijn dat uit de onderhandelingen komt dat Rusland dat gaat doen", aldus De Hoon.
Een bekend voorbeeld van onderhandelingen over aansprakelijkheid is de zaak rond de aanslag bij het Schotse plaatsje Lockerbie. In 1988 werd daar een bomaanslag in een vliegtuig gepleegd, die later het werk van Libiërs bleek te zijn.
Het land betaalde uiteindelijk een schadevergoeding aan de nabestaanden van slachtoffers. Daarna werden de sancties tegen het land opgeheven.