Dat niemand omkwam bij de gasexplosie in Den Haag 'is een wonder'
Drie appartementen, weggevaagd door een gasexplosie op een zondagmiddag in een woonwijk. De grote explosie in Den Haag had - hoewel er tien gewonden zijn - volgens de brandweer en deskundigen veel slechter kunnen aflopen.
Vier gewonden liggen nog in het ziekenhuis. De man die gisteren acht uur onder het puin lag, is geopereerd aan beide benen. Hij ligt op de intensive care, maar maakt het volgens zijn neef naar omstandigheden goed.
Denken aan Nepal
"Ik denk dat we mogen spreken van een wonder dat er geen dodelijke slachtoffers zijn gevallen", zegt brandweerman Marijn van Eijsden. Hij was zondag als adviseur aanwezig in de Jan van der Heijdenstraat. Het ingestorte pand deed hem denken aan de zware aardbevingen in Nepal van 2015. Daar bood hij als groepsleider van een Urban Search and Rescue Team (USAR) hulp. "Het was raar voor mij om dit soort instortingen in Nederland mee te maken."
Op foto's is te zien dat de gevel van de woningen is weggeblazen en een deel van de vloeren is ingestort. Overal in de buurt zijn ruiten gesprongen en de straat is bezaaid met glas en brokstukken.
Toch valt het volgens Rob Nijsse, hoogleraar Civiele Techniek aan de TU Delft, nog mee dat de naastgelegen appartementen überhaupt nog overeind staan. "Gebouwen in Nederland worden niet gemaakt om zulke explosies te weerstaan. Als je daarop gaat bouwen moet alles supersterk en stevig zijn. Dat is veel duurder."
In 2000 zijn de regels voor het bouwen van woningen verscherpt om instorting zo veel mogelijk te voorkomen. Maar het pand in Den Haag was ver voor de invoering van zulke regels gebouwd, vermoedelijk in de jaren 30. "Dat er geen doden zijn gevallen verbaast me echt in hoge mate", zegt Nijsse. "Dit had veel slechter kunnen aflopen."
De reddingsoperatie
Vier mensen raakten zondag bedolven onder het puin. Teams van het Specialisme Technische Hulpverlening (STH) haalden hen een voor een levend eronder vandaan.
Deze teams zijn gespecialiseerd in het werken op locaties waar instortingsgevaar dreigt. De teamleden hebben bouwtechnisch inzicht en beschikken over speciale zoekapparatuur om slachtoffers op te sporen. Ook hebben ze gereedschap en materieel bij zich om de bouwconstructie te stabiliseren.
De eerste drie slachtoffers werden in een half uur tijd onder het puin gehaald. De reddingsoperatie van de vierde persoon duurde meerdere uren. Die voorzichtigheid had volgens de brandweer alles te maken met veiligheid. "We wilden vooral niet dat het pand verder zou instorten. Dan wordt het voor het slachtoffer nog veel erger", zegt woordvoerder Berry Wasmus.
Uiteindelijk is met een kraan het puin laag na laag weggehaald. Met een portofoon werd steeds contact gehouden met het slachtoffer.
Even na middernacht kon de 28-jarige man worden gered:
Brandweerman Van Eijsden keek "met gepaste trots" toe hoe reddingswerkers de laatste gewonde in veiligheid brachten. "Iedereen was superblij. We mogen dankbaar zijn dat er geen mensen zijn omgekomen."
Alles kwijt
De oorzaak van de ontploffing is zeer waarschijnlijk een gaslek, maar wordt nog nader onderzocht. Omroep West meldt dat de bewoners van de drie ingestorte appartementen al hun bezittingen kwijt zijn. Het ingestorte deel wordt direct gesloopt en weggehaald, vanwege instortingsgevaar. Nog onduidelijk is of de andere appartementen wel gered kunnen worden.
Bij de explosie in Den Haag waren de STH-teams uit Alphen aan den Rijn en het Gelderse Beusichem ingeschakeld. In Nederland bestaan vijf van zulke teams. De andere zitten in Drachten, Zwolle en Tilburg. Bij een grote calamiteit kunnen ze binnen 90 minuten ter plaatse zijn.
Het Specialisme Technische Hulpverlening is een onderdeel van de brandweer en bestaat sinds 1 juni 2016. In het eerste jaar van bestaan is tien keer een beroep gedaan op de STH. Dat gebeurde onder meer bij een explosie en brand in Urk, de instorting van het stadhuis in Woerden en het instorten van een parkeergarage op Eindhoven Airport.