Wat drijft de gele hesjes in het land van Jean Dupont?
André Meinema
Verslaggever economie
André Meinema
Verslaggever economie
Het is de revolte van het volk, de 'gele hesjes'. Bijna een soort bestorming van de Bastille in 1789, waarmee de Fransen in een ander tijdperk belandden. De straat en het paleis zijn van de 'gele hesjes'. Het volk is boos en pikt het niet langer. De onvrede is groot. En de 'gele hesjes' waaieren de grens over.
Soms wordt het protest gewelddadig gekaapt door linkse en rechte activisten, maar het gros bestaat uit gewone mensen, de boze witte man en vrouw, Jean Dupont, zoals Jan Modaal in Frankrijk heet.
De exploderende volkswoede is een bonte verzameling van onvrede en boosheid. Het draait om het leven in het achterland, buiten de grote stad, in de kleinere steden en dorpen. Waar er leegloop is, het werk niet voor het oprapen ligt, de bevolking vergrijst en de afstanden groot zijn.
Mensen zijn boos over de hogere benzineprijzen ("De politici maken zich zorgen over het klimaat over 25 jaar, wij over morgen"). Over hun baan. Over het onderwijs. Over de tweedeling in de samenleving, tussen hen die genoeg hebben en hen die met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Het is teleurstelling en wantrouwen in de politiek, in de hervormingen van president Macron, de kop van Jut. Men voelt zich niet gehoord en begrepen.
Niet trekken
Macron heeft grootse plannen om het land te hervormen, want dat is hoog nodig in Frankrijk. Probleem is dat de mensen het niet trekken. De Franse economie verkeert niet in goede doen. De groei blijft achter bij de rest van Europa.
De werkloosheid is al jaren zeer hoog, al tien jaar meer dan 9 procent, en die wil maar niet dalen. Er zijn 2,7 miljoen werklozen, van wie 639.000 jongeren. Het is het op drie na hoogste cijfer van de eurolanden, na Griekenland, Spanje en Italië.
Er komen door de lage groei maar weinig banen bij en er verdwijnen ook veel banen door globalisering en automatisering. De werkgelegenheid groeide in het derde kwartaal met slechts 0,1 procent.
Ter vergelijking: in Nederland was de groei 0,6 procent. Hier komen er dus veel banen bij en is er zelfs krapte, een tekort aan mensen voor al die banen. De werkloosheid bedraagt slechts 3,7 procent.
Veel werklozen en geen werk of laagbetaald werk betekent weinig inkomen en dat zet mensen klem. Men verdient gemiddeld minder dan in Nederland, de lonen liggen doorgaans lager en die zijn de voorbije jaren nauwelijks gestegen. De loonkosten liggen hoog, gemiddeld 36 euro per arbeidsuur, maar het loondeel is met 24 euro een stuk lager.
Duur
En het leven is best duur. De inflatie ligt rond de twee procent en het dagelijks leven is niet goedkoop. In de supermarkt ben je voor een karretje boodschappen meer kwijt dan in Nederland.
Volgens statistiekbureau Eurostat geeft een Frans huishouden 13 procent van zijn inkomen uit aan de dagelijkse boodschappen, in Nederland is dat 11 procent. Fransen zijn ook meer geld kwijt aan wonen, elektriciteit en verwarming. Een huis legt beslag op 27 procent van het inkomen. In Nederland is dat 24 procent.
En met allerlei bezuinigingen en maatregelen van de regering zoals hogere accijnzen op diesel en sigaretten en verlaging van de huurtoeslag wordt het er niet makkelijker op.
Ingeleverd
Insee, het Franse bureau voor de statistiek, heeft berekend dat Franse huishoudens er qua inkomen tussen 2008 en 2016 gemiddeld 1,2 procent op achteruit zijn gegaan. Ze hebben 440 euro ingeleverd. De grootste inkomensachteruitgang zit bij de lagere en midden-inkomens, mensen met een bruto jaarinkomen tussen de 20.000 en 36.000 euro.
Deels komt dat door de groeiende groep ouderen en door meer alleenstaande ouders en eenpersoonshuishoudens, maar het grootste deel van de inkomensdaling is het gevolg van belastingmaatregelen. Met andere woorden: de schuld van de politiek, of zo wordt het ervaren.
In de crisisjaren tussen 2010 en 2013 was er in Nederland ook veel werkloosheid en leverden alle inkomens koopkracht in. Daarna steeg de koopkracht voor de meeste mensen doordat er weer meer mensen waren met betaald werk en hogere lonen.
Het dalend perspectief op werk en hoger inkomen en moeite moeten doen om de eindjes aan elkaar te knopen zijn een vruchtbare voedingsbodem voor protest. En wie niet horen wil die moet maar voelen, want voor niet veel heeft is niet veel te verliezen.