Met Schiphol in de schijnwerpers deze week, valt ook de naam van de nieuwe directeur regelmatig: Dick Benschop. Aan hem de taak om de komende weken met alle betrokken partijen een akkoord te sluiten over de groei van de luchthaven na 2020. Een langlopend hoofdpijndossier.
Nieuwsuur heeft de topman de afgelopen weken gevolgd bij zijn pogingen het vertrouwen te winnen van alle betrokkenen rondom Schiphol. Want dat er minder vertrouwen is dan een paar jaar geleden staat voor hem vast. "Om die band weer te herstellen moet ik er ook zelf op uit. Naar de mensen toe."
En dus bezoekt Benschop bijvoorbeeld een bewonersbijeenkomst in Badhoevedorp. Hij schudt iedereen vriendelijk de hand en stelt zich voor. Maar van een charmeoffensief wil hij niet spreken. "Dat klinkt luchthartig. Praten, uitleg geven en luisteren helpt wel, maar het gaat om moeilijke zaken. Dus leuk is het niet."
Groei nodig, maar wat is verstandig?
Sinds het aantreden van Benschop in mei staat Schiphol op het standpunt dat ze voor "gematigde, gecontroleerde groei" zijn en binnen de ruimte willen blijven die de milieueffectrapportage (MER) biedt. En daaruit blijkt deze week dat er onder voorwaarden een groei van 40.000 vliegbewegingen per jaar mogelijk is.
Milieuorganisaties en bewoners verwezen de berekeningen meteen naar de prullenbak. Volgens hen kloppen bijvoorbeeld de gebruikte rekenmethodes niet. Volgens Benschop is er gerekend volgens de gestelde regels, maar hij benadrukt dat de MER met name een kader biedt en niet hét antwoord.
"Volgens de geluidsberekeningen is er ruimte, maar we praten ook over baangebruik en over wat verstandig is. Dat is ook ons verhaal naar de luchtvaartmaatschappijen. Maar feit is dat er wel een beetje groei nodig is. Niet voor mijn bedrijf, maar wel voor het Nederlandse netwerk en de verbindingen."
Hij wijst op de aansluiting van Schiphol op de Verenigde Staten en China. "Nu zijn we bijvoorbeeld bezig met India. Voor de verbindingen met nieuwe economische centra is wat groei nodig. Als je vraagt waarom buitenlandse bedrijven naar Nederland komen, dan staat Schiphol hoog in het lijstje."
Schiphol als internationaal mobiliteitspunt, daar moeten we uiteindelijk heen.
Duurzaamheid is een ander punt waar Benschop naar eigen zeggen mee bezig is. "We zien de CO2-uitstoot oplopen omdat we meer vliegen. Het gaat nog steeds om enkele procenten van de totale Nederlandse uitstoot, maar het neemt wel toe en we moeten met z'n allen omlaag."
Daar zijn volgens hem wel perspectieven voor. "Andere vliegtuigen, nieuwe schonere brandstoffen. Maar ook bij het vervoer van en naar de luchthaven is er nog winst te halen." De topman zou bijvoorbeeld graag zien dat de recent geopende Noord/Zuidlijn wordt doorgetrokken naar Schiphol.
Dat heeft volgens hem meerdere voordelen. "Als een groot deel van de stroom passagiers en werknemers tussen Amsterdam en Schiphol met de metro gaat, kunnen we ook de Schipholtunnel een beetje vrijmaken voor de hogesnelheidslijn. Die kan dan rijden naar bestemmingen als Brussel en Parijs."
Schiphol als internationaal mobiliteitspunt, dat ziet Benschop wel zitten. "Dat is waar we uiteindelijk heen moeten, dat is wat Nederland nodig heeft." Hij is in gesprek met de gemeente Amsterdam, de NS en ProRail over de plannen en de benodigde investeringen. "Het is belangrijk dat de neuzen dezelfde kant op wijzen."
Voordat Benschop aan de slag ging bij Schiphol, werkte hij bij Shell. Tot 2016 was hij president-directeur van de Nederlandse tak. Eerder was Benschop namens de PvdA staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Kok II. Toen hield hij zich onder meer bezig met internationale milieuzaken.
De ervaringen uit zijn tijd als politicus neemt hij mee naar zijn nieuwe baan. "De plicht om te luisteren en uit te leggen, daar heb ik nu veel mee te maken. Mensen zijn vaak kritisch, maar verrassen je soms ook. Laatst had een mevrouw eieren voor me meegenomen. Niet om te gooien, maar gewoon om te eten."
De komende weken heeft Benschop zijn agenda leeggemaakt voor de onderhandelingen over de toekomst van Schiphol. De betrokken partijen, van omwonenden tot milieuorganisaties en lokale overheden, hopen voor Kerst eruit te komen.