NOS Nieuws

André Kuipers over 20 jaar ISS: 'Ruimtestation verdient de Nobelprijs'

  • Ivo Landman

    redacteur Online

  • Ivo Landman

    redacteur Online

Van de 1,5 kilo spullen die hij naar boven mocht meenemen, is maar één ding achtergebleven in het International Space Station: een foto van de omgekomen bemanning van spaceshuttle Columbia. Het is alweer zeven jaar geleden dat André Kuipers voor een half jaar naar het ISS vertrok.

Vandaag viert het ruimtestation zijn twintigste verjaardag. Twee decennia internationale samenwerking in het bemande ruimtelab heeft de wereld veel gebracht, zegt Kuipers, en niet alleen voor de wetenschap.

Bekijk hier een special waarin de Nederlandse astronaut vertelt over het ruimtestation, de experimenten en het leven aan boord:

"Je laat eigenlijk niks achter", vertelt Kuipers over zijn afscheid van het station op 1 juli 2012. "Het enige was een foto van de STS-107 bemanning. Die kende ik goed. Ik had samen met hen getraind. Hun dood was een enorme schok, en niet lang daarna was mijn eerste vlucht. De foto hebben we aan een wand opgehangen bij andere foto's van omgekomen astronauten, die hangen daar nog altijd."

Nobelprijs

Kuipers heeft prachtige herinneringen aan het ISS en vertelt er graag over, zoals begin deze maand in een uitverkochte Ziggo Dome. Hij roemt vooral de internationale samenwerking in het ruimtestation. "Het zijn allemaal landen die elkaar bevochten in warme en koude oorlogen, nog niet eens zo lang geleden. Nu werken ze samen in grootste technologische project dat er is. Daarom vind ik het ISS een goede kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede."

Die samenwerking is er op allerlei niveaus. "Politiek, op de grond, de vluchtleiding werkt 24 uur per dag samen. En aan boord natuurlijk ook. Ik moest bijvoorbeeld een Europees ruimteschip vastmaken aan het Russische deel. Samen met je Russische collega ben je dat aan het doen. Het koppelen van de Dragon was ook een mooi voorbeeld. Als Nederlandse astronaut van een Europees ruimtevaartagentschap werk je met een Canadese robotarm om een Amerikaans commercieel ruimteschip vast te maken aan een internationaal ruimtestation. Het is heel mooi hoe al die nationaliteiten en technieken bij elkaar komen."

We hebben de oceanen, de lucht en de polen veroverd. Wat was daar te halen?

André Kuipers

Twintig jaar wetenschap op 400 kilometer boven de aarde heeft zo'n 2000 experimenten opgeleverd en 1500 publicaties op allerlei gebied, weet de Nederlandse astronaut. "Soms zijn ze voor de ruimte zelf. Welk materiaal beschermt het best tegen radioactieve straling? Soms is het onderzoek heel fundamenteel. DNA-onderzoek, industriële toepassingen om verbrandingsprocessen schoner te maken of modellen waarbij we de hele aarde nabootsten om computermodellen te verbeteren die mogelijk aardbevingen kunnen voorspellen,"

Botontkalking

Op medisch gebied heeft het onderzoek in het ISS veel prachtige resultaten opgeleverd, zegt Kuipers, die zelf is opgeleid tot arts. "In Japan zijn ze nu bezig een medicijn te ontwikkelen tegen de ziekte van Duchenne, gebaseerd op resultaten van onderzoek in het ruimtestation. Er wordt onderzoek naar botontkalking gedaan, want dat gaat in de ruimte veel sneller. Het bleek dat hoe meer zout je at, hoe meer botontkalking je kreeg."

Twintig jaar ISS heeft ook geholpen om op een andere manier naar de aarde te kijken. "Het is heel mooi om door ogen van astronauten de aarde te zien. Allerlei satellieten doen metingen, maar als je door mensenogen zaken als bosbranden, ontbossing en erosie kan zien en astronauten vertellen daarover, dan krijg je een veel beter besef hoe kwetsbaar die aarde is en hoe we de aarde belasten."

Maakt dat alles de investering van zo'n 100 miljard euro, verspreid over 35 jaar en meer dan 25 landen, waard? "Het ruimtestation is natuurlijk best een dure grap", erkent Kuipers. "Daarom moet je uitleggen waarom je het doet. We doen aan ruimtevaart om allerlei redenen. Exploratiedrang is er ook een van. We hebben de oceanen, de lucht en de polen veroverd. Wat was daar te halen? Kennis, specerijen. Innovatie is ook een reden. Het is heel moeilijk om iets te bouwen voor gebruik in de ruimte. Je hebt een vacuüm, trillingen, versnellingskrachten, straling, temperatuurverschillen. Dus je moet slim zijn, nieuwe technologieën en materialen ontwikkelen. Het is een prachtig platform en heel mooie vorm van samenwerking."

Toekomst ISS

Die samenwerking heeft wel een einddatum. Tot 2024 is de financiering verzekerd, maar daarna is de toekomst van het ruimtestation onzeker. Een deel van het ISS zou over kunnen gaan in commerciële handen. Dat is een reële mogelijkheid, vertelt Philippe Schoonejans, manager bij de Europese ruimtevaartorganisatie ESA op het gebied van robotica en bemande ruimtevaart. "Commerciële partijen zouden dat kunnen. Ze hebben de technologie ervoor."

Een andere mogelijkheid is volgens hem de levensduur van het ISS nog met zo'n vier jaar te verlengen. "Het ziet ernaar uit dat de staat van het station daar nog goed genoeg voor is."

Impressie van de Gateway bij de maan

Maar ESA en NASA kijken intussen al verder. Samen met de internationale partners in het ISS willen ze een nieuw ruimtestation bouwen, veel kleiner dan het ISS, in een baan rond de maan: de Gateway. "Dat is de meest waarschijnlijke strategie", volgens Schoonejans. "We zouden die Gateway één maand per jaar bemannen om van daaruit de sprong te kunnen maken naar het maanoppervlak."

Kolossaal duur

Dat het station rond de maan niet permanent bemand wordt, heeft te maken met de kosten van het regelmatig lanceren van eten, water, kleren en andere spullen voor de astronauten. De astronauten moeten ernaartoe met het Space Launch System, een gloednieuwe, enorme raket die in 2020 zijn eerste testvlucht moet maken. "Die raket kan maar een keer per jaar worden gelanceerd, want hij is kolossaal duur en kan in één keer een module en een Orion-capsule meenemen naar de maan."

De plannen moeten nog worden goedgekeurd door de internationale partners. Het Amerikaanse Congres speelt daarbij een belangrijke rol. Als het doorgaat, kan de eerste module in 2023 al op weg naar de maan.

Ondanks de politieke spanningen, wil ESA graag dat ook Rusland weer meedoet aan het project, eventueel in een later stadium. "Ze hebben waanzinnig veel ervaring met bemande ruimtevaart, dus hebben we ze er graag bij", zegt Schoonejans "Ook politiek is die samenwerking in de ruimte van belang, dus dat willen we graag behouden."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl