De mens gaat weer richting de maan, maar waarom?
Wim Kopinga
redacteur Online
Wim Kopinga
redacteur Online
Aankomende nacht maakt Elon Musk bekend wie er als eerste ruimtetoerist een rondje rond de maan zal vliegen. Met die vlucht, die ergens de komende jaren plaats zal vinden, is er voor het eerst sinds 1972 weer een mens in de buurt van de maan.
De afgelopen 46 jaar hadden we daar als mensheid nauwelijks behoefte aan. Er waren wel plannen, maar die kwamen nooit uit. De grootste oorzaak van die geschrapte vluchten is duidelijk: geld. Dat is er bijna niet meer voor ruimtevaart. Bij de laatste Apollo-missie, op het hoogtepunt van de space race, beschikte NASA nog over 5 procent van het nationale budget van de Verenigde Staten. Nu is dat nog maar 0,5 procent. Daardoor wordt een vlucht buiten de dampkring lastig.
Duur
In de jaren 70 kostte een vlucht van de Saturn V-raket die in het Apollo-programma gebruikt omgerekend naar de huidige koers 1,16 miljard dollar. Inmiddels zijn de kosten mede door de herbruikbare raketten van SpaceX voor een lancering stevig gedrukt, maar is het nog steeds een duur geintje - hoeveel een maanreis precies kost, wil het bedrijf niet zeggen.
"Maar dat de mens nu weer naar de maan wil is niet gek", zegt ruimtevaartdeskundige Piet Smolders. "Lange tijd lag de focus in de ruimtevaart op het International Space Station, maar dat project wordt rond 2025 opgeheven. Daarom is er geld over voor nieuwe avonturen."
En wordt er dus weer naar een bezoek aan de maan gekeken, een reis die niet te onderschatten is: hij staat op 384.400 kilometer afstand van de aarde. Het ISS is daarmee vergeleken met 400 kilometer afstand om de hoek.
Ook de komst van commerciële ruimtevaart door mensen als Richard Branson (Virgin), Jeff Bezos (Amazon en ruimtevaartbedrijf Blue Origin) en Elon Musk (Tesla en SpaceX) dragen bij aan de hernieuwde interesse in de maan. Door hun ruimtevaartbedrijven komt een trip naar de ruimte voor mensen zonder miljoenen op de bank bovendien steeds dichterbij.
Aziatische concurrenten
Ook speelt er als het om ruimtevaart gaat bij Amerikanen altijd eergevoel mee, zegt Smolders. "Dat was al zo in de jaren 60 toen ze voor het eerst naar de maan trokken." De Sovjet-Unie had in 1957 als eerste een satelliet de ruimte ingebracht en Joeri Gagarin was in 1961 de eerste mens in de ruimte. "De Verenigde Staten stonden dus 2-0 achter en móesten de eerste mens naar de maan brengen. Dat ging niet over wetenschap of nieuwsgierigheid, maar puur door competitie met de Russen."
In de VS heerste eind jaren vijftig ook angst vanwege de Russische voorsprong op raketgebied:
Nu zorgt een andere concurrent voor vernieuwde interesse in de maan: China. "Daar zijn ze bezig met een tweede ruimtestation en willen ze uiteindelijk naar de maan. Ze zijn al een eind op weg", zegt Smolders. In China hebben ze ook een groot voordeel: ze hebben geen last van democratie. "In de VS wisselt het ruimtevaartprogramma met iedere president, terwijl voor zo'n groot project als de ruimtevaart juist continuïteit nodig is", zegt Smolders.
Dependance
Los van de precieze plannen is er wereldwijd altijd wel enige interesse in de ruimtevaart. Dat is "een kwestie van het hoofd en het hart", legt Smolders uit. "Ons hart zegt: de aarde is een paradijselijke planeet. We moeten goed zorgen dat het hier goed blijft gaan en klimaatverandering beperken."
Toch zegt het hoofd dat dit niet kan blijven duren. "Er kan van alles met onze planeet gebeuren; er bestaat bijvoorbeeld een kans dat een asteroïde op de aarde inslaat. Daardoor kan het leven op aarde uitgeroeid worden en daarom moeten we een dependance hebben", denkt Smolders. "Daar is niet veel keus voor, waardoor je al snel aan de maan of Mars denkt."