'Primitief om te zeggen dat er een vaste Nederlandse cultuur was'
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Al in een van de eerste hoofdstukken van Wereldgeschiedenis van Nederland wordt afgerekend met een hoofdfiguur in de Nederlandse ontstaansgeschiedenis. Claudius Civilis gold eeuwenlang als het vroegste voorbeeld van de Nederlandse drang naar onafhankelijkheid. De Batavier die het op durfde te nemen tegen het complete Romeinse Rijk. Rembrandt wijdde er zijn grootste doek aan.
Die mythe is een van de vele die worden bijgesteld in het lijvige boek. Civilis was Romeins staatsburger, die juist zo vervlochten was met het rijk dat de Bataafse Opstand voortkwam uit een politieke machtswisseling in Rome. "De Bataafse Opstand is eerder een illustratie van eenheid dan een voorbeeld van verzet tegen die eenheid", concludeert het boek. "Men is in de Lage Landen zozeer onderdeel van het rijk dat alles wat er in het rijk gebeurt, hier consequenties heeft."
"Wat we willen laten zien is dat de Nederlandse geschiedenis verknoopt is met de wereld om ons heen", legt hoofdredacteur Lex Heerma van Voss uit. "Dit is iets wat historici de laatste decennia veel meer zijn gaan ontdekken, maar wat in het publieke debat over de geschiedenis van Nederland niet altijd gezien wordt."
En dus zijn er hoofdstukken over de opvallend wijdvertakte Europese netwerken uit de prehistorie, de handelskolonies die Nederlanders oprichtten in Zweden, de invloed van de Engelse koning op de moord op Floris V, de Europese carrière van Erasmus en de betekenis van Wilhelmina voor de Hongaren.
Het project waar dit boek uit voortkomt, Histoire mondiale de la France, leidde vorig jaar tot veel discussie in Frankrijk over de volksaard. Fel debat bleef uit in ons land, al loopt de vorige maand gepresenteerde Nederlandse editie goed.
Heerma van Voss: "Ik denk dat dat ook te maken heeft met het soort nationalisme dat je in Frankrijk hebt; het loopt er toch wat hoger op over dit soort culturele dingen dan in Nederland. In dat boek stond een stuk over Descartes, waarin geconstateerd werd dat die grote Franse denker bij zijn leven niet in Frankrijk kon werken. Men was niet tolerant genoeg. Als je dat zegt tegen een Fransman, voelt hij zich aangetast in zijn nationale eer."
"Wij hebben een soortgelijk geval: Hugo de Groot. Een beroemde Nederlands denker, maar voor hem geldt hetzelfde: hij werd als remonstrant vastgezet op Loevestein, ontsnapte en werkte verder in Parijs. Als je dat tegen een Nederlander zegt, is de reactie: 'oh, is dat zo? Interessant'. Niet 'Dat kan niet waar zijn'."
Wat mensen nu waarderen aan Nederland wordt geprojecteerd op het verleden.
"Er staat veel in waarvan vakhistorici zullen zeggen: dat wisten we al", erkent Heerma van Voss. "Maar er bestaan nog veel clichés. Dat zie je ook in het politieke debat, waar bijvoorbeeld gezegd wordt dat in Nederland altijd een joods-christelijke traditie heerste. Daar zouden veel van de Joden die heel lang gediscrimineerd zijn van opgekeken hebben. Of dat we altijd tolerant waren tegen homoseksuelen. Nee, homoseksuelen zijn in Nederland ook vervolgd en gediscrimineerd. Het is wat mensen nu waarderen aan Nederland en dan projecteren op het verleden."
Anachronistisch verleden
Het is volgens Heerma van Voss allemaal terug te voeren op het ontstaan van de geschiedenis als discipline in de 19e eeuw, een uitgesproken nationalistische tijd. "Het eigen land werd gezien als een logische eenheid en ieder land wilde graag laten zien dat het een glorierijk verleden had."
Het leidde tot een anachronistisch verleden, dat door een moderne bril bekeken werd. Neem de Tachtigjarige Oorlog, dit jaar 450 jaar geleden begon. "We zijn gewend om die te zien als een oorlog tussen twee natiestaten, zoals Duitsland in de Tweede Wereldoorlog Nederland bezette. Maar het was een stuk complexer. Het was vooral een oorlog van Nederlanders onderling, niet alleen tegen de Spanjaarden: katholieken tegen protestanten, of gezagsgetrouwen tegen rebellen."
Toevalligheden
Het was ironisch genoeg juist de koning van Spanje die - pas een generatie eerder - Nederland meer samenhang had gegeven. De middeleeuwse Nederlanden waren geen staatkundig politiek geheel, Karel V had ze "bij elkaar gesprokkeld" in het kader van een bredere machtsconsolidatie door heel Europa. Overwinningen en verliezen tijdens de Opstand vormden ons land verder.
"De vorm die Nederland uiteindelijk heeft gekregen, de landkaart die we allemaal kennen, hangt mede af van allerlei toevalligheden en het verloop van de strijd. Het was goed mogelijk geweest dat Emden bij Nederland had gehoord, of Limburg juist niet."
Wat valt er in dat geval nog te zeggen over een coherente volksaard in dat gebied over al die eeuwen? Wie daarvan spreekt, vervalt in wat Heerma van Voss noemt primitief historisch nationalisme. "Je kunt heel goed nationalistisch zijn, daar zijn we niet tegen. Maar het is primitief om te zeggen dat er een vaste Nederlandse cultuur was in dit gebied 500 jaar geleden of 1000 jaar geleden. We zien juist veel ontwikkeling, onder andere in wisselwerking met het buitenland."