‘Audi-bende’ voor de rechter, plofkraken blijven probleem in Duitsland
Het aantal plofkraken in Nederland is dit jaar verder gedaald, maar in Duitsland gaat het opblazen van geldautomaten onverminderd door. Vandaag stond een groepje voor de rechter, dat wordt gezien als de 'Audi-bende': Nederlandse plofkrakers die de grens over gaan om daar hun slag te slaan.
Met een gigantische klap werden op 23 juni vorig jaar drie automaten tegelijk opgeblazen bij de Spardabank in Rheine. De buit: 428.000 euro. Getuigen zagen hoe drie mannen na de plofkraak spullen in een donkere Audi laadden, hoorden hen 'jongens, schiet op' roepen en zagen hoe de Audi er hard vandoor ging met gedoofde lichten.
Twee dagen later was het weer raak, bij de Santanderbank in Wesel. Deze keer bedroeg de buit 106.000 euro. Ook nu zagen getuigen mannen in donkere kleding in een Audi stappen en vluchten.
Met snelheden tot 250 kilometer per uur raceten de plofkrakers over de A12 terug naar Nederland. Ze crashten uiteindelijk op een rotonde in Utrecht, met de politie op hun hielen. In de Audi vond de politie stukken van geldcassettes en spullen die bij plofkraken worden gebruikt.
Onderuitgezakt of weggedoken
De vijf mannen die vandaag terechtstonden zijn allemaal rond de dertig, komen uit Utrechtse achterstandswijken en leven (op papier) van een uitkering of een klein inkomen.
De mannen zitten onderuitgezakt of weggedoken in hun jas in de rechtszaal. Ze ontkennen alles en weigeren meestal om vragen te beantwoorden, tot zichtbare ergernis van de rechtbank.
Hier in Nederland daalt het aantal plofkraken weer, na een piek in 2016. Dat jaar waren er 79 plofkraken, dit jaar tot nu toe 32. Wel worden geldautomaten steeds vaker met zware explosieven opgeblazen.
In Duitsland lijkt van een afname geen sprake. In 2016 werden daar 318 geldautomaten opgeblazen, in de eerste helft van dit jaar waren het er al 187. Lang niet altijd lukt het de criminelen om geld mee te nemen: zowel in Duitsland als in Nederland mislukken de meeste plofkraken.
De meeste Sprengungen in Duitsland vinden plaats langs de grens met Nederland; een teken dat de daders waarschijnlijk Nederlands zijn. Ze steken de grens over omdat de geldautomaten daar minder goed beveiligd zijn en er meer cash in zit, soms wel tot twee ton per automaat.
Betaalcultuur
"De betaalcultuur in Duitsland is ook anders", zegt Aart Garssen, bij de nationale politie verantwoordelijk voor de bestrijding van plofkraken. "In Nederland kun je overal pinnen, maar in Duitsland wordt nog veel contant geld gebruikt. Daarom zijn er ook meer geldautomaten, bijna 60.000 tegenover 7 à 8000 in Nederland."
Volgens Garssen zouden Duitse banken er goed aan doen het aantal geldautomaten terug te schroeven en er minder geld in te stoppen.
Aanpak
De politiechef zegt dat de afgelopen jaren 375 mensen op een of andere manier betrokken zijn geweest bij een plofkraak. Het zijn vooral twintigers, mislukt op school en zonder werk. Met een 'persoonsgerichte aanpak' probeert de overheid zicht te houden op deze groep.
Garssen: "Ik heb aan de politie in alle plaatsen waar die jongens wonen gevraagd: kijk naar het gezin, naar de omgeving, wat er met die jongen aan de hand is. Kijk of je een andere weg kan vinden. Dit is een heel cruciaal onderdeel voor de oplossing van het probleem."
Ook maakt de politie meer werk van de opsporing van verdachten en hebben banken geldautomaten op kwetsbare plekken weggehaald. Het Openbaar Ministerie eist sinds kort hogere straffen. Gisteren eiste het OM tegen een andere groep Utrechtse plofkrakers gevangenisstraffen tot 14 jaar.
Achtervolging
Wat de strafeisen in de zaak van vandaag gaan worden, wordt pas volgende week bekend. Tegen de verdachten is behoorlijk wat bewijs: dna- en bloedsporen, telefoons die mee bewogen tussen Utrecht en Duitsland, camerabeelden, afgeluisterde gesprekken en de vondst van spullen die gebruikt worden bij plofkraken.
Na wéér een plofkraak in Rheine en wéér een achtervolging, augustus vorig jaar, kon de politie de verdachten aanhouden. Die keer was de buit relatief gering: 31.000 euro.