Artsen zonder Grenzen: boten varen migranten op zee moedwillig voorbij
Bootvluchtelingen die hulp nodig hebben, worden regelmatig voorbij gevaren op de Middellandse Zee. Dat stelt hulporganisatie Artsen zonder Grenzen. Afgelopen vrijdag werden 141 migranten naar eigen zeggen pas gered nadat ze gepasseerd waren door vijf schepen. Onder hen zijn 73 minderjarigen, van wie het overgrote deel alleen reist.
Uiteindelijk werden de migranten opgepikt door de Aquarius, het reddingsschip van AzG. "Ze waren zwak en ondervoed", vertelt woordvoerder Annemarie Loof. "Dit bootje was een dag of twee aan het dobberen, vertelden ze ons. Ze vroegen vissersschepen om hen op te pikken. Toen bleek dat de vissers dat niet wilden, vroegen ze om water of eten. Maar ze kregen niets, een van de vissers bedreigde hen zelfs met een mes."
Schepen zijn wettelijk verplicht om bij een noodoproep op het water te helpen, vertelt Nathan Habers, woordvoerder van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR). "Dat is vastgelegd in verdragen van de Verenigde Naties, waaronder de United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS). Een schip moet altijd actie ondernemen en een drenkeling op de een of andere manier helpen. Er mag niet gekeken worden naar nationaliteit of status. Kapiteins mogen dus niet weigeren om drenkelingen een helpende hand te bieden."
"Het coördineren van reddingsacties op zee ligt in de handen van de zogeheten Rescue Coordination Centers (RCC's). Als een schip wordt geconfronteerd met dergelijke omstandigheden, dan wordt het doorgegeven aan het verantwoordelijke RCC. Het RCC bepaalt vervolgens welke actie nodig is en wie die moet uitvoeren. Zo kan een koopvaardijschip ook de opdracht krijgen om drenkelingen te helpen," zegt Habers.
Onveilige plek
Niet alle schepen bieden daadwerkelijk hulp, vertelt Loof. "Er is een risico voor schepen dat ze de vluchtelingen nergens naartoe kunnen brengen. Italië en Malta hebben de Aquarius recent nog geweigerd." Terug naar Noord-Afrika varen is ook geen optie. "Europese wetgeving bepaalt dat een vluchteling niet teruggestuurd mag worden naar een onveilige plek. Libië is niet veilig nu en ook in andere Afrikaanse landen is er geen functionerend asielbeleid."
Dus kan vluchtelingen oppikken een dure beslissing worden, zeker voor commerciële schepen. "Ze moeten omvaren en zijn bang dat ze de haven niet binnen mogen als ze vluchtelingen meebrengen. En tijd kost geld." Volgens Loof hebben schepen in het verleden daarom hun radar tijdelijk uitgezet, om oproepen om vluchtelingen te redden te negeren.
Moeilijk te controleren
Schepen die weigeren hulp te bieden, zijn strafbaar. Maar in de praktijk is het lastig te controleren, vertelt de woordvoerder van Artsen zonder Grenzen. "Het is druk op de Middellandse Zee. Daardoor is het moeilijk te achterhalen welke schepen de fout in gaan."
De koopvaardijvloot heeft een verplichting om mensen in nood te helpen.
Habers kan zich niet voorstellen dat kapiteins in de koopvaardij zo zouden handelen. "Koopvaardijschepen hebben een wettelijke en morele verplichting om mensen in nood te helpen. Zo'n situatie raakt je enorm als zeevarende. En helpen wordt juist toegejuicht door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) van de VN: sommige van onze leden hebben een IMO-certificaat ontvangen voor het redden van drenkelingen."
Niet iedereen is vindt dat migranten zo makkelijk moeten worden opgepikt uit het water. Volgens critici zorgt het juist voor meer migranten op het water. Het zou een aanzuigend effect hebben op mensensmokkelaars. Meer mensen wagen de gevaarlijke oversteek omdat ze weten dat de redding dichtbij is.
Annemarie Loof denkt dat vooral de Europese Unie zijn beleid zou moeten aanpassen, zodat vluchtelingen de gevaarlijke oversteek niet meer hoeven te maken. "Maar het is een complex probleem: ook als medemens zouden kapiteins er iets aan moeten doen. Het weigeren van vluchtelingen is niets nieuws, maar de tolerantie op het water neemt af."