Vraagtekens bij claim Tadzjikistan: 'Wijzen naar islampartij zit in dna van regime'
Niet Islamitische Staat, maar een verboden islamitische partij zit achter de aanslag op een groep fietsers in Tadzjikistan. Tenminste, als we de autoritaire regering van het Centraal-Aziatische land moeten geloven. Tadzjikistan-kenner Bruno De Cordier kijkt met argusogen naar die verklaring. "Naar deze partij wijzen, zit in het dna van het regime. Daarmee maakt het zich totaal ongeloofwaardig."
De Cordier is professor aan de Universiteit van Gent en gespecialiseerd in politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Centraal-Azië. De Islamitische Partij van de Wedergeboorte (IRPT) was jarenlang een 'gewone' partij, zegt hij. "Totaal geen ultraclub zoals IS, maar een partij met zetels in het parlement en zo'n 40.000 leden." De gewapende tak, die in de burgeroorlog in de jaren 90 actief was, is twintig jaar geleden al ontbonden. "Al hebben aanvankelijk niet alle fracties zich daarbij neergelegd."
Na een moeizaam bestaan in het parlement - de Tadzjiekse regering is seculier en wil niets weten van religieuze partijen - werd de IRPT in 2015 geweerd. De partij was terroristisch, vond president Rachmon. De Cordier noemt dat "volkomen uit de lucht gegrepen" en zegt dat een beschuldiging van terreur een voorwendsel was om de kritische partij te lozen. Inmiddels heeft Tadzjikistan geen formele oppositie meer.
Erdogan als voorbeeld
Het profiel van de IRPT lijkt in ieder geval totaal niet op dat van radicale of extremistische moslimpartijen, zegt De Cordier. "Het is een islamitische partij die via verkiezingen en sociale werking aan een basis bouwde." Zo keken de leiders volgens de Belg naar de AKP van de Turkse president Erdogan. "Geld kwam gewoon van de leden, en van de Tadzjiekse diaspora."
Hoewel de Tadzjiekse bevolking bijna volledig islamitisch is, is de staat seculier. Het regime vreest een verwevenheid van politiek en religie, volgens De Cordier omdat er in het arme land een potentieel is voor sociale onrust. Dat kan worden aangewakkerd als de moslimbevolking wordt aangesproken door een grotere moslimpartij.
Dat potentieel wordt onderdrukt door de herinnering aan de burgeroorlog, die enkele tienduizenden levens eiste, en het feit dat veel Tadzjiekse mannen een groot deel van het jaar in het buitenland werken. "Mannen die anders gefrustreerd thuis zouden zitten, met geen of onvoldoende werk. Dat is een behoorlijke veiligheidsgarantie voor het bewind." Dat weet het regime zelf ook, zegt De Cordier. "Ze gebruiken nu het moment."
Deze verklaring leidt af van de echte criminelen.
Het regime van Rachmon heeft geen bewijzen geleverd voor de beschuldigingen aan het adres van de IRPT. De leider van de partij, Muhiddin Kabiri, spreekt tegen dat zijn beweging achter de aanslag op de fietsers zit. "Deze verklaring leidt af van de echte criminelen", zegt hij. Kabiri is naar eigen zeggen ook verbaasd dat de regering niet ingaat op de claim van IS, die de aanslag gisteren al opeiste.
Ook correspondent Geert Groot Koerkamp zet vraagtekens bij de stelligheid waarmee de Tadzjiekse regering wijst naar de IRPT. "Er zit een politiek sausje overheen", zegt hij.
De partij hoorde altijd bij de tegenstanders van Rachmon en keerde zich bijvoorbeeld tegen het plan van de president om zo lang als hij wil in functie te blijven. Een jaar na het quasi-verbod op de IRPT is dat alsnog geregeld. "Het is een partij die nogal makkelijk de zwarte piet krijgt toegespeeld. We moeten afwachten wat de werkelijke bewijzen zijn."