Iraakse jongen met down mag voorlopig niet worden uitgezet
Het 6-jarige Iraakse jongetje met downsyndroom Zuzu mag voorlopig in Nederland blijven, heeft de vreemdelingenrechter bepaald. Volgens de rechter kan de jongen uit Amersfoort vanwege zijn medische situatie nu niet vertrekken en moet staatssecretaris Harbers de situatie opnieuw beoordelen.
Vorig jaar werd de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor Zuzu en zijn familie afgewezen, waardoor uitzetting dreigde. De Amersfoortse burgemeester Bolsius vroeg staatssecretaris Harbers om gebruik te maken van zijn bevoegdheid om het kind en zijn familie een verblijfsstatus te geven, maar die weigerde omdat het stopzetten van Zuzu's behandeling in Nederland niet zou leiden tot een medische noodsituatie.
Syrië
De rechter oordeelt anders: de staatssecretaris heeft onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de ouders van Zuzu hun zoon de juiste begeleiding kunnen geven bij uitzetting. De moeder van Zuzu is Iraaks, de vader is Palestijns en Zuzu zelf is in Syrië geboren. De vader en het zusje van Zuzu zitten nog in Syrië.
Zuzu kreeg ook een tijdje geen gespecialiseerde begeleiding meer, door een verhuizing van Den Helder naar Amersfoort. Zijn situatie verslechterde toen.
De vreemdelingenrechter stelt dat Harbers die terugval onvoldoende heeft meegewogen bij het standpunt dat er geen medische noodsituatie zal ontstaan en vindt dus dat hij de zaak opnieuw moet beoordelen.