Jordanië is het voorbeeld van 'opvang in de regio', het nieuwe mantra van het kabinet en steeds meer andere Europese landen. Maar ook daar is de rek niet eindeloos, zag minister Sigrid Kaag afgelopen week met eigen ogen tijdens een bezoek aan het land. Momenteel is een op de tien inwoners er vluchteling.
"Jordanië heeft het hoogste aantal vluchtelingen per hoofd van de bevolking, maar daar is het land eigenlijk te klein voor. De regering kampt met economische spanningen en demonstraties. Daarom heeft Jordanië steun nodig", zegt Kaag. "We kunnen het land hier niet alleen voor laten staan."
Begin deze maand gingen duizenden Jordaniërs dagenlang de straat op om te demonstreren tegen hervormingsplannen. Zulke aanhoudende demonstraties zijn er zeldzaam. Maar de druk op de ketel is hoog door financiële problemen, de ingestorte toeristenindustrie en de ruim 1,4 miljoen vluchtelingen uit Syrië.
'Dit is een uitzondering'
Ruim tachtigduizend Syriërs wonen in Zaatari, een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld. Het kamp is uitgegroeid tot een kleine stad, met winkeltjes en scholen. "Een soort modelkamp. Dit laat zien hoe je met goed beleid goede opvang kan organiseren, met toegang tot gezondheidszorg en onderwijs."
Maar Zaatari is wel een uitzondering, benadrukt de minister. "De rest van de Syriërs zitten in arme delen van steden en op het platteland. Dat is een heel andere situatie. Daar vermengt de arme Jordaanse bevolking zich met de vluchtelingen. En dat kan ook weer tot spanningen leiden."
Hulp en handel
Kaag bezocht afgelopen week niet alleen Jordanië, maar ook Irak. Twee zogenoemde 'focuslanden' waarvoor de Nederlandse regering zich extra inzet. "We werken aan een combinatie van humanitaire hulp en opvang in de regio, maar ook aan versterking van de economische situatie die meer groei en banen moet opleveren."
Nederland helpt, dat is de boodschap die minister Kaag tijdens al haar ontmoetingen in de twee landen afgeeft. Eigenbelang is daarbij geen vies woord: hulp kan voorkomen dat de vluchtelingen alsnog naar Europa gaan. En aan de handel kan Nederland ook wat verdienen.
Het gaat om een combinatie van hulp en handel, legt Kaag uit. "Verdienen hoeft niet slecht te zijn. Uiteindelijk willen overal ter wereld mensen zelf aan de slag. Als onze hulp kan bijdragen aan een groter verdienvermogen in deze landen, is dat uiteindelijk ook goed voor het Nederlandse exportvermogen."
In Brussel komen vandaag en morgen de Europese leiders samen om te praten over migratie. Ze bespreken dan ook een plan om migranten niet in Europa, maar in Noord-Afrika op te vangen. Daar moet dan besloten worden of ze kans maken op asiel. De EU moet met die Afrikaanse landen dan (financiële) afspraken maken.
Oud-diplomaat Kaag wil zich niet branden aan de discussie die nu speelt, maar benadrukt wel dat de hulp aan Jordanië van een andere aard is. Ook omdat er in Jordanië met name Syrische vluchtelingen wonen die zijn gevlucht voor de oorlog, terwijl het in Afrika vooral om economische migranten gaat.
"Die problematiek moet niet met elkaar worden vermengd. Die irreguliere migratie, zoals we dat noemen, moet gepaard gaan met investeringen in landen van oorsprong van deze economische migranten om te kijken hoe we daar perspectief kunnen bieden. Of dat gaat lukken op termijn, dat zal de tijd moeten leren."