De winnaar van de haringtest in 2017 vindt het jammer dat de test verdwijnt
NOS NieuwsAangepast

Dit vinden de ondernemers zélf van einde AD-smaaktesten

  • Peter Honings en Sven Schaap

    redacteuren Online

  • Peter Honings en Sven Schaap

    redacteuren Online

Het AD heeft bekendgemaakt dat het stopt met zijn haring-, oliebollen- en friettest. We vroegen aan een paar zaken die in het nieuws kwamen door de tests, wat ze ervan vonden.

"Ik voel me echt een winnaar vandaag", reageert oliebollenbakker Jordy Bakker op het nieuws. "Die tests slaan nergens op. Zo'n cijfer met van die gekke teksten erbij. Ik ben er nooit mee bezig geweest." Bakker zat eind vorig jaar aan tafel bij het tv-programma Jinek, waar hij met AD-hoofdredacteur Hans Nijenhuis in discussie ging over een beledigende recensie van zijn oliebollen.

"Het is helemaal niet erg als er een test is. Het kan zelfs best leuk zijn, maar de manier waarop dit ging was niet goed", gaat Bakker verder. "Iedereen die zijn best doet verdient het om in de top te staan. Er zijn wel vijftig oliebollenbakkers in Nederland die een eerste plek verdienen. Zo kun je toch niet testen? En hoe vergelijk je een oliebollenkraam en een bakkerij? Die bakken heel anders."

Economisch delict

Eigenaar Koert van Egmond van Bakkerij Venekamp in Amsterdam kreeg in 2016 een 4,5 in de AD-oliebollentest. Maar daar waren zijn medewerkers en zijn klanten het niet mee eens. Door een actie op Facebook steunden ze de bakkerij destijds. "Ja, wij wisten van iets negatiefs toch iets positiefs te maken en een behoorlijke omzet te draaien", zegt Van Egmond.

Hij vond het flauw dat hij een 4,5 kreeg, want hij werd naar eigen zeggen beoordeeld op smaak. "Tegen een harde beoordeling voor slechte bollen, heb ik niets. Als iemand de vulling niet goed maakt of als de bol in slecht vet of op de verkeerde temperatuur is gebakken, dan is kritiek terecht."

Dat een bol door keurmeesters weleens is omschreven als een economisch delict vindt hij heel ver gaan, maar misschien waren die oliebollenbakkers wel geen vakmensen, oppert hij.

Extra omzetje

Maar smaak? Dat is een mening, vindt de bakker. "Dat wij hier in Amsterdam iets meer kaneel gebruiken dan in Rotterdam, daar moeten ze niets van zeggen." Hij vindt het jammer dat de test verdwijnt, voor "die bakkers die een extra omzetje wilden draaien". "Het legt je geen windeieren, zeker niet als je wint", verzekert Van Egmond, die de test ook een keer won en dus weet waarover hij praat.

De keerzijde is volgens hem dat het je ook de kop kan kosten als oliebollenbakker of -kraam. "Zo ver gaat het. Zeker in de regio Rotterdam, waar het AD goed gelezen wordt, kan het mensen aanzetten om je zaak over te slaan."

Gewoon niet goed genoeg

Dat het oordeel bij de test toch niet bepalend is ontdekte bakkerij Klootwijk uit Capelle aan den IJssel. De bollen van de bakkerij werden in 2010 beoordeeld als klef en vies, maar kregen vorig jaar een 10 van de jury.

Volgens bakker Jan Verwijs was juist het vernietigende oordeel aanleiding om de bollen te verbeteren. "Het was terecht. Onze oliebollen waren gewoon niet goed genoeg. Het cijfer en de commentaren waren voor ons juist een reden om aan de slag te gaan."

Ook bij collega-bakkers merkt hij dat het een sport is om elkaar te verslaan bij de test. "Maar ik spreek vooral mensen die de beste bollen willen maken. Zij deden dus ook echt wat met de test." Hij denkt dat de kritiek op de test ook niet terecht was. "De test werd gewoon goed uitgevoerd. Onafhankelijk en anoniem."

Verwijs denkt dat de kritiek op de oliebollentest vooral in heftigheid toenam door het optreden van hoofdredacteur Hans Nijenhuis bij Jinek, vorig jaar. Hij zei in het tv-programma tegen de teleurgestelde Jordy Bakker: "Als je bakt zoals je praat, dan verbaast het me niet zo dat je als laatste bent geëindigd." Daar kwam veel kritiek op. "Die meneer had zich gewoon niet goed ingelezen. Hij kon niet uitleggen hoe het ging en dat lokte de verkeerde discussie uit", zegt Verwijs.

De Rotterdamse winnaar van de Haringtest van vorig jaar vindt het jammer dat de test na zoveel jaren verdwijnt, want die hield volgens hem de detaillist wel scherp. Christian den Haan, mede-eigenaar van vishandel Ruud den Haan, gaat als laatste winnaar de boeken in. "Ze stoppen op het hoogtepunt", zegt hij gekscherend.

"Onzin", reageert oliebollenbakker Jordy Bakker op de suggestie dat smaaktests de bedrijven scherp houden. "Door zulk commentaar? Joh, dat recept zit al generaties in de familie. Ik bak die bollen met mijn ogen dicht. En er staan elk jaar lange rijen voor de kraam. Hoezo scherp houden? Het gaat gewoon om geld, het is een spelletje."

Publiciteit gaf reuring

Volgens Den Haan waren vishandelaren er toch altijd mee bezig. "Het gaf altijd reuring door de publiciteit, dat stukje zal minder worden." Hij is niet bang dat het zijn zaak, die hij samen met zijn broer bestiert, klanten kost. "Ik denk dat wij nog wel mogen profiteren van de uitslag van vorig jaar."

Toen was er behoorlijk wat kritiek op de test. Den Haan kon zich in sommige kritiekpunten wel vinden. "Als ik zo'n test zou uitvoeren, zou ik ook dingen anders doen. Het blijft altijd lastig, je weet nooit wanneer je het goed doet." Hij zou het wel leuk vinden als er iets in de plaats komt voor de AD-test. Maar wat precies weet hij ook niet.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl