Vrouwen eisen genoegdoening voor dwangarbeid in katholieke internaten
In ruim een eeuw tijd - tussen 1860 en 1973 - hebben zeker 15.000 vrouwen dwangarbeid gedaan in katholieke instellingen. Ze kregen niet betaald voor hun werk in bijvoorbeeld wasserijen en naaiateliers. De NRC deed onderzoek naar de wantoestanden en becijferde om hoeveel meisjes en vrouwen het ging.
Annemie Knibbe van het platform Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik noemde vier jaar geleden in Trouw al de kindertehuizen van de Zusters van de Goede Herder, waar duizenden vrouwen leden onder machtsmisbruik. Slechts vijf vrouwen deden er melding van.
Excuus
Vijf andere vrouwen eisen nu excuses en uitbetaling van niet-ontvangen loon. Ze worden daarin gesteund door het Vrouwenplatform. Dat wil dat de overheid onafhankelijk onderzoek laat doen naar de uitbuiting, waarbij bekeken moet worden wat de rol van de overheid daarin was.
Op NPO Radio 1 zei Annemie Knibbe dat Deetman in zijn onderzoek over seksueel misbruik de dwangarbeid die vrouwen in internaten moesten doen niet wilde meenemen. Ze zei dat de vrouwen naar erkenning snakken en aandringen op uitbetaling van het gederfde loon.
Volgens Knibbe zijn de vrouwen aan hun lot overgelaten. Schaamte weerhield volgens haar velen van hen ervan een klacht in te dienen.
Ierland
In Ierland hebben zich ook dergelijke wantoestanden voorgedaan. Dezelfde congregatie, de Zusters van de Goede Herder, was daar bij betrokken. Begin deze eeuw bood de Ierse regering excuses aan en keerde een schadevergoeding uit.
De congregatie heeft aan de NRC laten weten dat aan de slachtoffers excuses is aangeboden. De zusters weigeren echter schadevergoeding te betalen omdat de zaak verjaard is.
Gevallen vrouwen
In de naaiateliers en wasserijen werkten zogenoemde gevallen vrouwen. Onder hen waren prostituees, veroordeelden, ongehuwd zwangere meisjes en vrouwen, maar ook wezen. Tot het begin van de jaren 70 werden zij tegen hun wil door de overheid, voogdijverenigingen, de Kinderbescherming en ouders in de gestichten geplaatst.
Het werk daar werd voorgesteld als boetedoening. De opdrachten kwamen van fabrieken, confectiebedrijven, hotels en ziekenhuizen, maar ook van particulieren, In 1933 kwam er een order binnen voor 40.000 legerhemden.
De instellingen van de Zusters van de Goede Herder stonden in Tilburg, Zoeterwoude, Almelo en Velp.
In de internaten kwam ook seksueel misbruik voor. Een klacht daarover van een vrouw werd twee jaar geleden gegrond verklaard door de commissie die het kindermisbruik in de kerk naging.