CTIVD bezorgd over privacy bij uitwisseling gegevens met buitenlandse diensten
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) vindt dat bij de samenwerking van de AIVD met buitenlandse diensten de privacy beter moet worden gewaarborgd. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft een rapport daarover naar de Tweede Kamer gestuurd.
De AIVD werkt steeds intensiever samen met buitenlandse diensten om informatie te krijgen over vermeende jihadisten en gegevens worden gezamenlijk opgeslagen en verwerkt. De CTIVD ziet de voordelen daarvan, maar volgens de commissie roept de nieuwe werkwijze ook vragen op over de bescherming van grondrechten en de effectiviteit van het toezicht. "De dynamiek van de samenwerking kan een zwaardere inmenging in de privacy tot gevolg hebben."
Structurele onrechtmatigheden
Volgens de commissie moeten met de andere landen onder meer afspraken worden gemaakt over de gevallen waarin persoonsgegevens worden opgenomen in een database, de betrouwbaarheid van die gegevens, het actueel houden daarvan en het vernietigen van gegevens die niet meer van belang zijn.
Volgens de CTIVD blijft de uitvoeringspraktijk van de AIVD nu nog voor het grootste deel binnen de wet, maar zijn er twee "structurele onrechtmatigheden": er zou geen risicoweging worden gemaakt voorafgaand aan de samenwerking met buitenlandse diensten en de betrouwbaarheid van de gegevens die de AIVD verstrekt zou niet worden geduid.
Deel in geheime bijlage
Ollongren heeft al met andere landen overlegd over het rapport. Die buitenlandse partners hadden bezwaar tegen de openbaarmaking van een deel van de informatie en sommige conclusies. De CTIVD heeft daarop een beperkt deel van de informatie verplaatst naar een geheime bijlage. Volgens de minister blijven de conclusies openbaar.
Ollongren benadrukt dat de aanslagen in Europa van de afgelopen jaren als katalysator hebben gewerkt voor intensievere samenwerking met andere landen. Ze schrijft aan de Kamer dat de AIVD daarbij een voortrekkersrol heeft gespeeld en dat door de nieuwe werkwijze meer aanslagen zijn voorkomen.
De minister gaat nu proberen om met andere landen afspraken te maken over zorgvuldigheid en rechtsbescherming, in de lijn van het rapport.
Timing van publicatie
Plaatsvervangend secretaris Kervel van de CTIVD zei bij BNR dat Ollongren het rapport al een tijdje kende. De minister bepaalt het tijdstip waarop het wordt gepubliceerd.
Op de vraag of Ollongren het rapport dan niet voor het referendum bekend had kunnen maken, antwoordt het ministerie van Binnenlandse Zaken dat hier nu eenmaal termijnen voor staan. En in dit geval kostte het ook tijd dat overleg nodig was met andere landen, zegt Binnenlandse Zaken.