"Ik heb gisteren de hele dag aan die pleegmoeder gedacht. Wat zal ze in spanning hebben gezeten. Het deed me veel." Mariët Schilperoort werd geraakt door het nieuws over baby Hannah, die gisteren door haar biologische ouders werd ontvoerd. Zij en haar man Ruud hebben zelf elf kinderen opgevangen.
"Dit had ons in principe ook kunnen overkomen. Want je hebt te maken met ouders die vaak boos en verdrietig zijn", zegt Mariët. Ze kan zich herinneren dat ze een baby bij een ziekenhuis moesten ophalen en de ouders hen dreigend toespraken. "Dan kom ik hem zelf wel halen, zei de vader bijvoorbeeld."
Ruud vertelt dat ze ook een keer het idee hadden dat ze achtervolgd werden, toen ze in de auto zaten met een kind. "We hebben toen toch maar de politie gewaarschuwd. Er is altijd een mogelijkheid dat ouders hun kinderen terug proberen te halen. Gelukkig is er toen niks gebeurd."
Uit de maxicosi gegrist
Baby Hannah kreeg gisteren landelijke bekendheid nadat de politie een Amber Alert verstuurde. Haar biologische vader had haar bij een supermarkt uit de maxicosi gegrist toen de pleegmoeder met de baby naar buiten kwam. De ouders en het kind werden dezelfde dag teruggevonden op een vakantiepark in Bad Bentheim aan de grens met Nederland.
Volgens de advocaat van de biologische moeder van Hannah, was zij gefrustreerd over de uithuisplaatsing van haar kind. Dat gebeurde vorig jaar omdat er vermoedens waren van mishandeling. De ouders ontkennen dat zij het meisje hebben mishandeld.
Ruud en Mariët kunnen zich voorstellen dat pleegouders zijn geschrokken van de ontvoering. Ook zij hebben zich er wel eens druk over gemaakt. Ze hopen niet dat toekomstige pleegouders hierdoor afhaken. "Het kan gebeuren, maar dit is een incident, een uitzondering", benadrukt het stel.
Ruud en Mariët waren zelf pleegouders in de crisisopvang: een adres waar kinderen meteen naartoe kunnen worden gebracht. "Het was af en toe best zwaar, maar we hebben er geen seconde spijt van gehad dat we het gedaan hebben. Integendeel juist. Pleegzorg, kort- of langdurig, verrijkt je leven."
Volgens bestuurslid Annet van Zon plaatst Jeugdzorg Nederland per jaar 20.000 kinderen in een pleeggezin. "Dat gebeurt gelukkig vaak met instemming van de ouders. Het is voor hen heel pijnlijk dat ze niet zelf voor het kind kunnen zorgen. Maar vaak is hen toch wel duidelijk te maken dat dit de beste oplossing is."
Het komt wel voor dat ouders geweld gebruiken als ze het niet eens zijn met de uithuisplaatsing, zegt Van Zon. "Daar zijn we op voorbereid. De lokale politie staat over het algemeen klaar, mocht er iets gebeuren. Voor extreme situaties ligt er natuurlijk geen scenario, dan moeten we improviseren."
We proberen de biologische ouders bij alle beslissingen te betrekken.
Baby Hannah verbleef in eerste instantie bij de zus van haar moeder en kwam later in een pleeggezin terecht. Volgens Van Zon heeft het plaatsen binnen het eigen netwerk de voorkeur. "Voor een kind is die omgeving vaak al vertrouwd. Ouders kunnen er soms minder goed tegen. Die kunnen bijvoorbeeld jaloers worden."
Jeugdzorg probeert de laatste jaren steeds meer samen te werken met de biologische ouders, zegt Van Zon. "Eerder werden vaak bezoekregelingen opgelegd of werden ouders zelfs buiten de deur gehouden. Maar nu proberen we de ouders bij alle beslissingen te betrekken. Dat gaat soms heel goed, maar soms ook fout."
Volgens de advocaat van de biologische moeder van Hannah was er goed contact tussen de moeder en het pleeggezin. Onder begeleiding was er ook contact tussen de moeder en haar kind. Er waren volgens de advocaat geen signalen dat er een ontvoering dreigde.