"Het is jammer dat D66 met het ontwerpen van de nieuwe donorwet niet meteen de stigmatisering van homoseksuelen heeft weggepoetst", zegt Tom van den Nieuwenhuijzen, Mister Gay Nederland.
Met hem zijn er andere homoseksuele mannen die zich heel bewust als niet-donor hebben geregistreerd. Ze vinden het hypocriet dat hun organen zonder problemen gebruikt worden als het moment daar is, maar dat dat voor hun bloed en weefsel nog niet vanzelfsprekend is.
Hoe zit dat?
In Nederland zijn er verschillende soorten donaties, zoals orgaan-, weefsel- en bloeddonaties. Onder sommige homoseksuele mannen leeft het idee dat hun organen liever niet worden gebruikt. Dat klopt niet, zegt de Nederlandse Transplantatie Stichting. Zij benadrukken dat voor iedere orgaandonatie dezelfde procedure geldt: "Ook voor mannen die seks hebben met mannen."
"Als een donor een ziekenhuis wordt binnengebracht, worden altijd meerdere dingen gecheckt", vertelt woordvoerder Yvette Hoogerwerf. "Medische geschiedenis wordt gecontroleerd en er wordt navraag gedaan bij nabestaanden. Als er geen risico's voor de ontvangers zijn, mag je, ook als homo, gewoon je organen doneren."
Voor doneren van bloed en weefsel zijn de criteria in Nederland streng. Als in het jaar voor bloed- of weefseldonatie een man seks heeft gehad met een man, is hij bij voorbaat uitgesloten van donatie. Het risico op geïnfecteerd bloed of weefsel is dan te groot.
'Maar waarom wél mijn organen, maar mijn bloed en weefsel in eerste instantie niet?', is dus de vraag die sommige van die mannen nu stellen.
We vragen de Transplantatiestichting hoe het zit. "Met organen worden levens gered, weefseldonaties zijn vaak minder urgent. Bij een harttransplantatie is het binnen een korte tijd een kwestie van leven of dood", zegt woordvoerder Hoogerwerf. "Dan accepteer je een groter risico."
Tom van den Nieuwenhuijzen is naast Mister Gay Nederland ook wethouder voor GroenLinks in Son en Breugel. Hij heeft zich als niet-donor geregistreerd, omdat hij het niet eens is met die gang van zaken. "Ik vind dat alle homo's op deze manier gestigmatiseerd worden op basis van cijfers waaruit blijkt dat mannen die seks hebben met mannen een verhoogd risico hebben op (onder meer) een hiv-besmetting."
"Homo's zijn niet de enige risicogroep die wordt uitgesloten van donatie, maar wel een van de weinige die geen keuze heeft. Daarom heb ik me nu als niet-donor geregistreerd. Voordat deze wet er was, heb ik me überhaupt niet aangemeld als donor, omdat ik eerst wilde dat de regels voor bloed- en weefseldonatie werden aangepast."
Terug naar de regels over bloeddonatie, waar het Tom en anderen deels om te doen is.
Sanquin is de organisatie die de regels voor bloeddonatie in Nederland opstelt. Woordvoerder Merlijn van Hasselt zegt: "Ik snap dondersgoed dat die regels als stigmatiserend ervaren worden. Maar we baseren ons puur op statistiek. Sanquin moet wel zakelijk kijken naar hoe ziektes zich verspreiden en hoe risico's voor de kwetsbare patiënt zo laag mogelijk kunnen worden gehouden."
"Uit de statistieken blijkt dat de kans op een hiv-infectie bij mannen die seks hebben met mannen ongeveer 100 keer groter is dan bij iemand met heteroseksuele contacten", zegt de woordvoerder. Het Aidsfonds bevestigt die cijfers.
De vraag zou niet moeten zijn óf je seks hebt gehad, maar of je veilig seks hebt gehad
Homorechtenorganisatie COC kan zich de boosheid goed voorstellen, maar benadrukt ook dat er al stappen zijn gezet. Een aantal jaar geleden mochten homo's bijvoorbeeld nog helemaal geen bloed doneren, nu is die harde grens verschoven naar een jaar geen seks met een andere man. Woordvoerder Philip Tijsma: "Maar wij vinden nog steeds dat de regel of je veilige seks hebt bepalend moet zijn voor je donatie, niet óf je seks hebt gehad."
Of homo's zich uit protest dan maar moeten registreren als niet-donor, is volgens de organisatie aan mensen zelf. "Je zou de vraag kunnen stellen of je daarmee de juiste personen treft, want mensen die een orgaan nodig hebben, gaan niet over de regels."
Maar Tom is niet bang dat hij de verkeerde mensen benadeelt. "Ik ben nog steeds niet dood, dus we hebben nog alle tijd om dit op te lossen", zegt hij. "Als ze niet selecteren op homo's, maar op risicovol seksueel contact, zou ik me zeker aanmelden als donor."
Van Hasselt legt uit dat Sanquin niet naar geaardheid, maar naar gedrag kijkt. "We vragen ook of mensen onlangs een tatoeage hebben laten zetten, of dat een hetero seks heeft gehad met een prostituee", zegt hij. "Als dat het geval is, zijn die mensen automatisch ook niet geschikt om bloed te doneren."
"Voor mannen die seks hebben met mannen, geldt de periode van een jaar omdat een infectie niet altijd traceerbaar is in de eerste maanden", zegt de woordvoerder. "Daarom is die veilige periode ingebouwd."
'Maar ik heb al jaren één bedpartner'
Maar juist op die 'veilige periode' komt kritiek uit de homo-scene. Mannen die al jaren een monogame relatie hebben, vinden het raar dat zij ook buiten de boot vallen.
Van Hasselt benadrukt dat hij zich die frustratie kan voorstellen, maar grijpt wederom terug op de statistiek. "Jij kunt wel zeggen dat je in de afgelopen 12 maanden geen seks hebt gehad met een andere man dan je partner, maar misschien je partner wel. Uit onderzoek blijkt dat in 26 procent van homoseksuele relaties waarin iemand een hiv-infectie oploopt, de vaste seksuele partner de bron van die infectie is."
Stel de voorwaarden veranderen en Tom mag wel bloed doneren, dan twijfelt hij er geen seconde over om zich ook te registreren als orgaandonor. "Ik vind het heel belangrijk dat we met elkaar zorgen dat iedereen een goed leven kan hebben. Risico mag nooit een reden zijn om een hele groep geïnstitutionaliseerd te discrimineren. We moeten een andere manier bedenken en daar het gesprek over aangaan."