Paus roept op tot respecteren mensenrechten zonder over Rohingya te praten
In zijn ontmoeting met de regeringsleider van Myanmar, Aung San Suu Kyi, heeft paus Franciscus opgeroepen tot het respecteren van de mensenrechten in heel het land. Hij deed dat zonder het woord Rohingya in de mond te nemen.
Franciscus riep op tot vrede en tolerantie tussen de verschillende etnische groepen en religies. Hij riep de religieuze leiders op daar een rol in te spelen. Verder vroeg hij om respect voor alle bevolkingsgroepen. "Het is een mooi land, met een mooie natuur, maar het mooiste zijn de mensen."
De paus drong aan op het respecteren van de mensenrechten en riep op de problemen in het land op te lossen met dialoog en niet met geweld. "Religieuze verschillen moeten geen verdeeldheid en wantrouwen zaaien, maar juist een verbindende kracht vormen."
"De toekomst van het land ligt in de handen van de jeugd, die het verdient om te worden aangemoedigd. De jongeren hebben behoefte aan solidariteit tussen de generaties in een snel veranderende wereld. Zij zijn de hoop voor de toekomst."
Gevoelige kwestie
De paus sprak met Suu Kyi op de tweede dag van zijn bezoek aan Myanmar. Ze ontmoeten elkaar in de hoofdstad Naypyidaw. Vooraf was hij gewaarschuwd door zijn adviseurs om het woord Rohingya niet in de mond te nemen, vanwege de gevoeligheid van de kwestie.
Regeringsleider Aung San Suu Kyi, die in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg voor haar verzet tegen de militairen in het land, heeft internationale kritiek gekregen omdat ze twijfels heeft geuit over de rapporten over mensenrechtenschendingen en het optreden van het leger niet heeft veroordeeld. De etnische moslims zijn geen erkende minderheid in Myanmar.
Verantwoordelijke generaal
Gisteren ontmoette de paus de generaal die verantwoordelijk is voor het verdrijven van 620.000 Rohingya naar Bangladesh en het plunderen en verbranden van hun dorpen. Over het gesprek, dat een kwartiertje duurde, werd alleen meegedeeld dat gesproken is over "de grote verantwoordelijkheid van de autoriteiten in deze overgangsperiode".
Generaal Min Aung Hlaing zei na het gesprek dat hij "vrede, eenheid en rechtvaardigheid tussen de religies" voorstaat. Het leger ontkent alle beschuldigingen van misdaden tegen de menselijkheid die internationale mensenrechtenorganisaties hebben geuit, zoals moord, verkrachting, marteling en gedwongen vertrek.