De ooit zo gezellige volkswijk Schiedam-Oost is de afgelopen jaren drastisch van karakter veranderd. Polen en Bulgaren zijn in groten getale hier naartoe gekomen vanwege de goedkope woningen. De kruidenier op de hoek maakte plaats voor Poolse en Bulgaarse winkeltjes.
Nel van Oudenaarde woont al bijna 44 jaar in de wijk. Ook zij merkt dat deze sterk is veranderd. "Vuil op straat, geluidsoverlast en rommel die naar buiten wordt gegooid. Hier verderop in de straat is laatst een overval gepleegd."
Een andere buurtbewoonster vertelt over een schietpartij. Haar buurvrouw vult haar aan: "Je hoeft niks te doen of je wordt beschoten. Terwijl je hier altijd lekker kon wonen. Ik mag het niet zeggen, maar sinds de grenzen zijn opengezet is het hier wel erg asociaal geworden."
Van Oudenaarde: "Toen ik hier laatst buiten liep viel me op dat ik bijna niemand Nederlands hoorde praten. Verder hoor je alle talen. Het is erg internationaal geworden" Geen goede ontwikkeling voor het stadsdeel, vindt ze. "Het zorgt voor een verschuiving van alles eigenlijk, van ieders leven."
Begrijpen
"Schiedam ligt in de buurt van het Westland en de Rotterdamse haven, waar veel Polen en Bulgaren werken", zegt wethouder Mario Stam. "Omdat de woningen hier groot en relatief goedkoop zijn, is Schiedam extra aantrekkelijk voor arbeidsmigranten."
Hun komst heeft een impact op de wijk, vertelt hij. "Waar vroeger Schiedammers in een volksbuurt bij elkaar woonden, zien ze nu dat ze andere buren krijgen. Dat heeft als gevolg dat men elkaar niet altijd begrijpt."
De Bulgaarse gemeenschap in de wijk heeft intussen haar eigen zorgen, blijkt uit gesprek met een groep Bulgaarse moeders. Regelmatig komen ze samen om hun leven in Nederland te bespreken. Dat ze niet populair zijn in de wijk, is ze niet ontgaan.
"Er zijn slechte en goede mensen, in Bulgarije is dat ook zo", zegt een van de vrouwen. Volgens haar scheren Nederlanders de Bulgaren over een kam. "Nederlanders bekijken ons met andere ogen."
Er zijn slechte en goede mensen, in Bulgarije is dat ook zo.
Wangedrag van andere Bulgaren wordt ook door deze buurtbewoners opgemerkt. "Maar als iemand anders onbeschoft is, kan ik daar niks aan doen." De Bulgaarse naast haar: "Iedereen die hier woont, moet zich aan de regels houden die hier gelden."
De vrouwen realiseren zich dat ze nooit succesvol zullen integreren als ze de taal niet spreken. "Ik wil best een tijdje wat minder eten, als ik daardoor genoeg geld heb zodat ik de taal kan leren, want daar heb ik profijt van."
Buurthap
Schiedam-Oost is een wijk geworden waar buren elkaars taal niet meer spreken en langs elkaar heen leven. Maar lang niet iedereen laat het daarbij zitten.
Mary Brokken kocht met steun van de gemeente een oude bouwkeet waar ze een buurtpost inrichtte. Daar wordt nu iedere week de buurthap geserveerd. De bezoekers zijn enthousiast, ze zeggen dat het de buurtbewoners dichter bij bij elkaar brengt.
Maar hoewel de buurthap voor de hele buurt bedoeld is, zitten toch vooral de oorspronkelijke wijkbewoners aan tafel. Ook Brokken vindt dat jammer. "Natuurlijk. Maar allochtonen zijn moeilijker erbij te krijgen."
De Bulgaren op hun beurt vinden het weer moeilijk om met de Nederlanders in contact te komen. "Ik zou het graag willen, maar sommige Nederlanders zeggen meteen nee. Anderen vinden het juist leuk en komen bij me op de koffie."
Onrustig
De avond valt in de wijk. Aad Hoogstad en Siegfried de Koning lopen hun rondje buurtpreventie. Het is onrustig op het Van Het Hoffplein. Mensen maken ruzie en er wordt gedreigd met een taser, een verboden stroomstootwapen.
De mannen proberen de onrust te sussen. De Koning: "Nou zijn wij gelukkig niet bang uitgevallen, maar niet iedereen springt hier zomaar tussen. De meesten lopen gewoon door." Al komen de meeste buurtbewoners volgens hem überhaupt niet in de buurt.
Niet alleen de buurtbewoners, ook de gemeente spant zich in om de buurt weer leefbaar te krijgen. Er zijn handhavers op straat, straatvuil wordt opgeruimd en bewonersinitiatieven worden ondersteund. Maar in de praktijk zet het nog maar weinig zoden aan de dijk, zeggen ze in de buurt.
De Koning: "Ik leer mijn kinderen ook dat ze hun kamer moeten opruimen, waarom zouden grote mensen het dan niet hoeven doen?" Hij vertelt dat wanneer hij buitenlandse buurtbewoners aanspreekt op hun gedrag, ze zeggen dat ze hem niet begrijpen. "Misschien gaan ze het ooit een keertje leren. Ik hoop het."