Het kritische rapport over het dodelijke mortierongeval in Mali, komt hard aan bij Jeanine Hennis. Maar de minister van Defensie denkt er niet aan om af te treden. "Dat lost niets op. Liever treed ik op om herhaling te voorkomen."
"Iedereen in deze organisatie stelt zichzelf op dit moment de vraag: wat had ik kunnen doen om dit te voorkomen? Ik stel vast dat een hoeveelheid van factoren mogelijk hebben bijdragen aan de oorzaak van dit vreselijke ongeval", zegt Hennis.
Ernstig tekort geschoten
In het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) staat dat Defensie ernstig tekort is geschoten bij het waarborgen van de veiligheid van Nederlandse militairen in Mali. Vorig jaar juli kwamen twee militairen om het leven en raakte een derde zwaargewond.
Het ongeluk gebeurde net buiten de Nederlandse basis in Mali. Tijdens een oefening met een 60-millimetermortier ontplofte een granaat. Volgens de onderzoeksraad deugden de granaten niet en was de acute medische zorg niet op orde.
"Dit is ondergeschikt geraakt aan de voorgang van de missie", zegt de OVV. De onderzoeksraad zegt in het rapport dat de hoge druk en de "can do-mentaliteit" bij Defensie ertoe leiden dat risico's worden onderschat, waardoor dingen misgaan.
De OVV zegt dat de zorg voor wapens en munitie beter moet en dat andere landen die dit type granaat gebruiken gewaarschuwd moeten worden. Verder adviseert de raad dat de acute medische zorg bij missies in de toekomst beter moet aansluiten bij de risico's.
Defensie neemt de aanbevelingen van de onderzoeksraad vanzelfsprekend over, zegt Hennis. Volgens de minister zijn er direct na het ongeval al maatregelen genomen. Zo worden de bewuste mortieren en granaten niet meer gebruikt en is de munitieopslag in Mali aangepast.
