'Obama gaf Zuckerberg wake-upcall over nepnieuws'
President Obama heeft elf dagen na de Amerikaanse presidentsverkiezingen Facebook-topman Mark Zuckerberg gewezen op het probleem van nepnieuws, schrijft The Washington Post op basis van bronnen. De president drukte Zuckerberg tijdens een besloten ontmoeting op het hart om het gevaar van nepnieuws en politieke desinformatie serieus te nemen.
Facebook worstelt al maanden met het vinden van bewijs voor Russische inmenging bij de Amerikaanse verkiezingen. Obama zei tegen Zuckerberg dat hij vreest dat de gevolgen voor de verkiezingen van 2020 nog groter zullen zijn. Zuckerberg erkende volgens de Post het probleem van nepnieuws, maar zei daarnaast dat de berichten niet wijdverspreid waren en dat er geen simpele oplossing voorhanden was.
Russische elementen
The Washington Post sprak de afgelopen tijd met betrokkenen en schetst op basis daarvan een beeld van wat er de afgelopen maanden is gebeurd. Volgens de krant detecteerde Facebook in juni 2016 al "elementen" van een Russische operatie. Het platform stelde de FBI daarvan toen op de hoogte.
Beveiligingsonderzoekers van Facebook volgden op dat moment een hackersgroep, Fancy Bear, die volgens Amerikaanse inlichtingendiensten onderdeel is van de Russische militaire inlichtingendienst GRU. De onderzoekers lichtten vervolgens de FBI in over hun bevindingen, met de gedachte dat er waarschijnlijk sprake was van spionage, en niet een grote desinformatiecampagne.
De hackers van Fancy Bear zetten daarna zelfs nog een aantal mysterieuze Facebookaccounts op, waaronder die voor een persoon die door het leven gaat als Guccifer 2.0 en een Facebookpagina 'DCLeaks'. Onderzoekers van Facebook gaven ook dit door aan de FBI.
De geavanceerde tactieken verrasten Facebook.
Maar het lukte Facebook een tijd lang niet om deze activiteiten te linken aan Russische manipulatie, schrijft The Washington Post. "De geavanceerde tactieken verrasten Facebook. Het beveiligingsteam van het platform was goed voorbereid op traditionele cyberaanvallen, maar voorzag niet dat gebruikers goed bedachte propaganda via het netwerk zouden verspreiden zonder dat er alarmbellen afgingen."
De krant reconstrueert de situatie en schrijft dat het lang duurde voordat Facebook doorhad wat er aan de hand was. Wel realiseerde het platform zich dat er iets moest veranderen, met het oog op verkiezingen in Europa.
In 2017 zouden namelijk de Fransen, Nederlanders, Britten én Duitsers naar de stembus gaan. Het platform ging gebruikmaken van kunstmatige intelligentie. Speciaal geprogrammeerde computers moesten het platform afstruinen naar verkeerde berichten. Ook ging het platform samenwerken met journalistieke organisaties om nepnieuws op te sporen en te labelen.
Topje van de ijsberg
Facebook bleef wel onderzoek doen en vroeg ook aan Amerikaanse inlichtingendiensten om informatie, schrijft The Washington Post, maar er is nog altijd niets gedeeld. Inmiddels heeft Facebook ontdekt dat er meer dan 3000 advertenties zijn geweest die in verband worden gebracht met een Russische organisatie, het Internet Research Agency. Er zijn sterke aanwijzingen dat er meer aan de hand is.
Informatie over de accounts zijn in handen van speciaal aanklager Robert Mueller, die onderzoek doet naar Russische inmenging rond de verkiezingen, en het Amerikaanse Congres. Een betrokkene daar noemt de ontdekking van Facebook "het topje van de ijsberg".