Een uitspraak van het gerechtshof in Den Haag heeft volgens deskundigen gevolgen voor alle voetballers in Nederland. De rechter veroordeelde een amateurspeler tot een taakstraf vanwege mishandeling, omdat hij in 2014 met een tackle een tegenstander ernstig blesseerde.
Bijzonder aan de uitspraak is dat het gerechtshof erkent dat de voetballer de intentie had om de bal in bezit te krijgen door de actie. Hem wordt aangerekend dat hij met een tackle bewust het risico nam dat zijn tegenstander ten val kwam. Volgens de rechter heeft de dader daarbij op de koop toe genomen dat het slachtoffer pijn of letsel zou oplopen.
"Het Hof zegt: de manier waarop deze man de tackle uitvoerde, van heel dichtbij, maakte dat er wel een behoorlijke kans ontstond dat hij letsel kon veroorzaken", stelt persrechter Kiki Plugge. Het slachtoffer liep een dubbele beenbreuk en een scheur in zijn enkel op.
Eerder uitzondering dan regel
Advocaat Wilbert Suttorp, die de dader bijstaat, kan zich niet vinden in de uitspraak. En dan met name niet in de motivering. "Er worden heel veel slidings gemaakt en in 9 van de 10 gevallen loopt het goed af. Dat er letsel ontstaat, is eerder uitzondering dan regel. Terwijl het Hof zegt dat er een aanmerkelijke kans op letsel is, dat dat een algemeen feit is."
En daar is volgens de advocaat geen bewijs voor. "Ik zie het niet in de cijfers terugkomen. Er zijn geen onderzoeken die dat laten zien. Dus voor de aanname dat het algemeen bekend is, zie ik eigenlijk geen bewijs. Dat is ook de reden dat we in cassatie gaan."
Ook vindt hij het opvallend dat er geen scheiding wordt gemaakt tussen prof- en amateurvoetbal. "In die zin kan deze uitspraak voor allerlei sporten gevolgen hebben. Sporten waarbij ook contact is en waarbij niet heel erg vaak dingen fout gaan, maar waardoor deze uitspraak mensen toch kunnen gaan denken: 'goh, we moeten heel erg gaan uitkijken.'"
De rechter heeft heel diep ingegrepen op het voetbalspel.
Marjan Olfers, hoogleraar recht en sport, erkent dat deze uitspraak gevolgen kan hebben voor het voetbal. "De rechter heeft hier heel diep ingegrepen op het voetbalspel. Eigenlijk zegt de rechter: tackles en slidings, zo kort op je tegenstander, dat moet je gewoon niet doen."
En dat is nieuw, volgens haar. "Voorheen gingen rechters niet zo ver. We hebben natuurlijk wel rechtszaken gehad waarbij sprake was van opzet of voorwaardelijke opzet, maar in het amateurvoetbal en met deze redenering, namelijk de wijze waarop, dat ben ik nog niet eerder tegengekomen."
Gebroken been
Deze zaak doet denken aan een eerdere zaak uit het profvoetbal. In 2004 kreeg Rachid Bouaouzan van Sparta een rode kaart, een langdurige schorsing en zes maanden voorwaardelijk opgelegd na een bijzonder zware overtreding op Niels Kokmeijer van Go Ahead Eagles. Kokmeijer brak zijn been en moest zijn voetbalcarrière afsluiten.
"Bij Bouaouzan ging het om een tackle die van heel ver werd ingezet, met een gestrekt been. Dit is andere koek, maar in beide zaken is er volgens de rechter sprake van opzet", zegt Olfers. "Groot verschil is dat er bij het profvoetbal beelden zijn om terug te kijken, om te zien wat er echt is gebeurd. Die ontbreken in de amateursport."
De rechter heeft daarom in deze zaak de gebeurtenissen gereconstrueerd met getuigenverklaringen. "Al die getuigen hadden uiteindelijk een ander verhaal", zegt advocaat Suttorp. "Daarom was er bij mijn cliënt niet vast te stellen wat er precies gebeurd is. Ik vind dat je dan geen veroordeling kan uitspreken."
Mijn cliënt heeft naar zijn idee gewoon een potje voetbal gespeeld.
De verdachte krijgt 100 uur taakstraf en een boete van bijna 9000 euro. Het oordeel van de rechter valt hem zwaar, zegt Suttorp. "Mijn cliënt heeft naar zijn idee gewoon een potje voetbal gespeeld. Het was een felle wedstrijd, maar er is nooit enige intentie geweest om op welke manier letsel toe te brengen. Dat hij daar toch voor is veroordeeld, daar zit hij erg mee."