Bolt: 'De grote schrik kwam op de vlucht voor het leger'
Ondanks alles staat voor Derk Bolt en Eugenio Follender een ding vast: ze willen nog een keer terug naar Colombia. "Ik zou niet zozeer weten waarom niet", zei Bolt in talkshow Jinek. "Het was min of meer een bedrijfsongeval", voegde Follender daaraan toe.
Bolt en Follender vertelden uitgebreid over hun ontvoering door guerrillabeweging ELN in Colombia. Het duo was in het noordwesten van het land voor opnames voor Spoorloos. De geplande gezinshereniging voor het tv-programma willen ze "graag afmaken", maar dan wel vanaf een veilige locatie.
Handkanon
Volgens de Spoorloos-presentator hadden ze vooraf goed onderzocht hoe gevaarlijk het was om te filmen in het noordwestelijke gebied. "Bij de politie, het leger, chauffeurs en de autoverhuurder: we hadden op alle fronten nagevraagd hoe de veiligheidssituatie daar was. Er was niemand die helder zei: dat moet je niet doen."
Zijn cameraman en vriend Follender beschreef hoe het allemaal begon. Ze reden met zijn tweeën in een auto toen een motorrijder op agressieve wijze op een zijraam bonsde. Die schreeuwde dat hij de camera wilde hebben. Vervolgens blokkeerde de man de weg "en trok zó'n handkanon en richtte dat op ons."
We doken gewoon de jungle in en hebben daarna 18 uur gelopen.
De Nederlanders keerden snel hun auto en scheurden terug naar het dorp waar ze net vandaan kwamen. We zijn veiliger onder de mensen, dacht Bolt. Maar in het plaatsje kwamen er nog meer gewapende mannen tevoorschijn. Het duo werd aangezien voor CIA-infiltranten en moest direct mee.
Het Spoorloos-team werd naar een afgelegen plek gereden en leverde daar al hun apparatuur in. Een guerrillacommandant schudde met zijn hoofd. Bolt: "Gaan jullie ons doodschieten, vroeg ik hem. Ben je helemaal gek geworden', was zijn antwoord." Doodschieten niet, maar ze moesten wel mee. De jungle in - op gympen.
"De eerste avond moesten we 2,5 uur lopen, met kleine ledlampjes door de jungle", vertelde Follender. De komende dagen zouden de nachtelijke tochten steeds langer en zwaarder worden. Want de rebellen wilden koste wat kost voorkomen dat het leger ze zou ontdekken. "Voor ELN waren we gewoon een pakketje dat bezorgd moest worden", zei Follender.
Legerhelikopters vlogen af en aan, op zoek naar de Nederlanders. "Maar de grote schrik begon pas toen wij ineens moesten vluchten voor het leger", vertelde Bolt. "Dat was voor ons het punt waarop levensbedreiging evident was." Ze waren bang dat het tot een vuurgevecht zou komen tussen de soldaten en guerrillastrijders.
De helikopters kwamen op een gegeven moment zo dichtbij dat er paniek uitbrak. "De heli's zaten op ooghoogte en ze keken ons recht aan", weet Bolt nog. De ELN-strijders dwongen hem en Follender steeds meer risico's te nemen om uit handen van de militairen te blijven. "We moesten snel van een heuvel af die zo steil was, dat je niet meer kon stoppen. We doken gewoon de jungle in en hebben daarna 18 uur gelopen", vertelde Follender.
"Er komt een punt dat het je bijna niets meer kan schelen", beschrijft de cameraman. "Je bent zo volkomen kapot", vult Bolt hem aan. "En die mensen zijn zo sterk. Een strijder zei: 'hee poppetje, pak mijn rugzak', en trok mij zo die berg op."
De twee zijn naar eigen zeggen tijdens de tocht altijd goed behandeld door de ELN-strijders. "We zijn nooit bedreigd met wapens en kregen altijd als eersten koffie en eten", zei Bolt tegen Jinek. Aan het einde van de ontvoering bood een ELN-lid zelfs excuses aan.
Een week na hun verdwijning werden Bolt en Follender vrijgelaten na dagenlange onderhandelingen. Maandagmiddag landden ze op het vliegveld in Nederland.
Spoorloos-momentje
Jinek vroeg Follender hoe het voelde om zijn familie weer terug te zien. "Dat was goud waard", antwoordde hij.
Ook Bolt was vanzelfsprekend verheugd met het weerzien. Zijn familieleden hadden de ontvoering in "totale onzekerheid" vanuit thuis meebeleefd.