Oppositieleiders raken gewond bij protesten Venezuela
Twee oppositieleiders zijn gewond geraakt bij protesten tegen de regering van Venezuela in de hoofdstad Caracas. Een van hen is de belangrijkste oppositieleider en voormalig presidentskandidaat Henrique Capriles.
Capriles kreeg klappen van de politie en oppositielid Carlos Paparoni werd met waterkanonnen tegen de grond gewerkt, meldt de oppositie. Nog zestien anderen zouden gewond zijn geraakt.
Er zijn al maanden vrijwel dagelijks felle protesten tegen de regering van president Nicolas Maduro. Protesten escaleerden nadat het Hooggerechtshof de bevoegdheden van het parlement had overgenomen, een beslissing die een dag later werd teruggedraaid.
Maduro, die de schuld krijgt van de rampzalige economische situatie waarin het land verkeert, probeert met steeds nieuwe maatregelen meer macht naar zich toe te trekken. Zijn tegenstanders zeggen dat zijn regering de democratie uitholt. Maduro beschuldigt zijn tegenstanders ervan dat ze met hulp van de VS proberen een staatsgreep te plegen.
Miljoenen Venezolanen zijn getroffen door de economische crisis. Betogers eisen mede daarom nieuwe verkiezingen. Maduro heeft die voor eind dit jaar aangekondigd, maar dat vinden zijn tegenstanders veel te lang duren. Bij de protesten van afgelopen tijd kwamen 59 mensen om het leven. Die slachtoffers werden herdacht bij de uit de hand gelopen betoging van gisteren.
"Deze overheid is bereid om te doden en te verbranden", zei Capriles op een persconferentie na de protesten. Op een foto van Capriles is te zien dat hij een blauwe plek op zijn gezicht heeft. Die is het gevolg van klappen die hij kreeg van een agent, zegt de oppositieleider. Vorige maand kreeg hij een beroepsverbod opgelegd. Hij mag vijftien jaar lang geen politiek ambt bekleden.